201706768/1/R3.
Datum uitspraak: 27 december 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Oegstgeest,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 1 juni 2017 heeft de raad het bestemmingsplan "Kamphuizerpolder Buitenlust" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant A] en [appellant B] beroep ingesteld.
[appellant A] en [appellant B] hebben nadere stukken ingediend.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 december 2018, waar [appellant A] en [appellant B] en de raad, vertegenwoordigd door mr. C.H. Norde, advocaat te Leiden, en mr. K.V.L. Troost, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het plangebied ligt aan de westzijde van Oegstgeest, direct ten noorden van de wijk Oegstgeest aan de Rijn. Aan de noordzijde sluit het plangebied aan op de plangrenzen van de bestemmingsplannen "Rijnvaert" en "Frederiksoord Zuid".
2. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor een aantal ontwikkelingen binnen het plangebied. Zo worden daarin 45 grondgebonden woningen, een jachthaven, een brug over de Oude Rijn en een aantal andere woningen mogelijk gemaakt. Voor het overige gedeelte heeft het plan een conserverend karakter.
2.1. [appellant A] en [appellant B] wonen op een afstand van ongeveer 310 m van de grens van het deel van het plangebied dat een woonbestemming mogelijk maakt. Zij zijn het niet eens met de ontwikkelingen die de raad binnen dit gedeelte mogelijk maakt.
2.2. Voordat kan worden ingegaan op de inhoudelijke beoordeling van het beroep ziet de Afdeling zich voor de vraag gesteld of [appellant A] en [appellant B] kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden bij het bestreden besluit in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb).
Ontvankelijkheid
3. Artikel 1:2, eerste lid, van de Awb luidt: "Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken."
Artikel 8:1 van de Awb luidt: "Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter."
3.1. Om als belanghebbende bij een besluit in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit.
3.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 23 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2271, is het uitgangspunt dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit - zoals een bestemmingsplan of een vergunning - toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. 3.3. De Afdeling overweegt dat de afstand tussen de bestemming, die wonen mogelijk maakt, en de percelen van [appellant A] en [appellant B] dusdanig groot is dat niet aannemelijk is dat zij feitelijke gevolgen kunnen ondervinden van het plan. Evenmin is gebleken dat [appellant A] en [appellant B] voldoende zicht hebben op dat gedeelte van het plangebied om daarvan hinder te kunnen ondervinden. Gelet hierop is het niet aannemelijk dat zij in zoverre een rechtstreeks bij het besluit betrokken belang hebben.
3.4. Ten aanzien van het betoog van [appellant A] en [appellant B], dat zij belanghebbende zijn bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan omdat als gevolg van bouw- en graafwerkzaamheden ontploffingsgevaar kan ontstaan door lekkage aan twee aardgasleidingen die door het plangebied lopen, is niet gebleken dat zij van de werkzaamheden feitelijke gevolgen kunnen ondervinden. Daartoe is ten eerste van belang dat de percelen van [appellant A] en [appellant B] ver buiten de PR 10-6-risicocontour voor het persoonsgebonden risico van deze twee aardgasleidingen zijn gelegen. Hoewel uit de toelichting bij het bestemmingsplan blijkt dat het groepsrisico enigszins wordt overschreden, is het niet aannemelijk dat [appellant A] en [appellant B] feitelijke gevolgen kunnen ondervinden van werkzaamheden op en rondom de aardgasleidingen. Hiertoe is van belang dat uit het rapport "Onderzoek externe veiligheid" van 6 april 2017 volgt dat de percelen van [appellant A] en [appellant B] buiten het invloedsgebied voor het groepsrisico van de aardgasleidingen zijn gelegen.
Voor zover [appellant A] en [appellant B] hebben aangevoerd dat als gevolg van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan voor hen meer verkeershinder zal ontstaan op de Rijnsburgerweg, welke op meer dan 700 m afstand ligt van de percelen van [appellant A] en [appellant B], wijst de Afdeling erop dat daarmee geen persoonlijk belang is gediend. Met het belang van minder verkeersdrukte op die weg onderscheidt het belang van [appellant A] en [appellant B] zich immers in onvoldoende mate van dat van vele andere personen die ook gebruik maken, of kunnen maken van de Rijnsburgerweg.
Ook hebben [appellant A] en [appellant B] betoogd dat de ontsluiting van 12 woningen binnen het plangebied op de Valkenburgerweg, die op ongeveer 60 m afstand van hun percelen is gelegen, leidt tot een onveilige verkeerssituatie voor fietsers op de Valkenburgerweg. Hiermee is naar het oordeel van de Afdeling niet gegeven dat het belang van [appellant A] en [appellant B] zich in voldoende mate onderscheidt van dat van vele andere personen die gebruik maken, of gebruik kunnen maken van de Valkenburgerweg. Weliswaar kunnen zij mogelijk enige gevolgen ondervinden van toenemend verkeer op de Valkenburgerweg, maar ook daarin ligt naar het oordeel van de Afdeling niet besloten dat [appellant A] en [appellant B], die niet aan de Valkenburgerweg wonen, een voldoende geïndividualiseerd en persoonlijk belang hebben bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.
Ook voor zover [appellant A] en [appellant B] hebben aangevoerd dat er met het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan een verdere verslechtering van de luchtkwaliteit zal ontstaan als gevolg van de toename van het autoverkeer op de Rijnsburgerweg, waarvan zij potentieel gezondheidsschade kunnen ondervinden, worden zij niet aangemerkt als belanghebbende bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingplan. De Rijnsburgerweg bevindt zich op meer dan 700 m afstand van de percelen van [appellant A] en [appellant B]. In hetgeen [appellant A] en [appellant B] hebben aangevoerd over de toename van de luchtverontreiniging als gevolg van dieselgate en de mondiale impact van milieuemissies in het algemeen, zijn geen feiten en omstandigheden gelegen op grond waarvan geoordeeld moet worden dat zij een voldoende geïndividualiseerd en persoonlijk belang hebben dat rechtstreeks door het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan wordt geraakt.
[appellant A] en [appellant B] stellen zich ten slotte op het standpunt dat de gemeente Oegstgeest, door de financiële risico’s die het bestemmingsplan met zich brengt, niet meer in staat zou zijn om het onderhoud van de voor [appellant A] en [appellant B] van belang zijnde ontsluitingswegen op zich te nemen. Ook hierin ligt niet besloten dat [appellant A] en [appellant B] een voldoende geïndividualiseerd en persoonlijk belang hebben dat rechtstreeks door het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan wordt geraakt.
3.5. Gelet op het voorgaande hebben [appellant A] en [appellant B] geen rechtstreeks bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan betrokken belang. De conclusie is dat [appellant A] en [appellant B] geen belanghebbende zijn bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat zij daartegen geen beroep kunnen instellen.
Conclusie
4. Het beroep van [appellant A] en [appellant B] is niet-ontvankelijk.
Proceskosten
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, griffier.
w.g. Daalder w.g. Lap
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 27 december 2018
288-901.