ECLI:NL:RVS:2018:374
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Afdeling in beroep tegen gemeentelijke besluiten en vergoeding griffierecht
Deze zaak is bij de Afdeling aanhangig gemaakt doordat de gemeente De Fryske Marren de brief van [appellant] aan de gemeente van 18 mei 2017 heeft doorgestuurd. Men ging ervan uit dat de brief een beroepschrift was tegen het besluit van de raad tot vaststelling van het bestemmingsplan "Lemmer - Straatweg, Lemmer Noord en Plattedijk". De uitspraak vond plaats op 5 februari 2018.
De Afdeling bestuursrechtspraak verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. De bezwaren van [appellant] zijn niet gericht tegen het bestemmingsplan, maar tegen de beslissing van de raad in de brief van 15 mei 2017 over de voorwaarden voor een toekomstige herontwikkeling van het perceel van [appellant]. Volgens [appellant] zijn die voorwaarden in strijd met eerder gemaakte afspraken, wat hij aanduidt als "contractbreuk". Dit betekent dat de Afdeling als bestuursrechter niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroep, omdat de bezwaren niet gericht zijn tegen een publiekrechtelijke rechtshandeling.
De Afdeling gelast dat de raad van de gemeente De Fryske Marren aan [appellant] het door hem betaalde griffierecht van € 168,00 vergoedt. De gemeente heeft de brief van [appellant] ten onrechte aan de Afdeling doorgestuurd. De rechtmatigheid van het standpunt van de raad in de brief van 15 mei 2017 kan uitsluitend bij de burgerlijke rechter worden aangevochten. De Afdeling benadrukt dat als de raad in de toekomst een besluit neemt omtrent de vaststelling van een bestemmingsplan, [appellant] daartegen uiteraard beroep kan instellen, waarbij hij kan verwijzen naar eerder gemaakte afspraken.