ECLI:NL:RVS:2018:3635

Raad van State

Datum uitspraak
7 november 2018
Publicatiedatum
7 november 2018
Zaaknummer
201802879/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Geheimhoudingsbeslissing
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over geheimhouding van documenten in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 22 februari 2018, betreffende zaaknummer 17/2325. De Raad van State, in zijn rol als bestuursrechter, heeft op 7 november 2018 een beslissing genomen op basis van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg heeft een vertrouwelijk stuk overgelegd, afkomstig van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), en verzocht om beperking van de kennisneming van dit stuk door partijen.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen de belangen afgewogen. Enerzijds is er het belang dat partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie voor het hoger beroep, en anderzijds het belang van de bestuursrechter om over alle noodzakelijke informatie te beschikken om de zaak zorgvuldig te kunnen afhandelen. De Afdeling heeft geconcludeerd dat de bescherming van de werkwijze van het Bureau Documenten van de IND zwaarder weegt dan het belang van de appellant bij kennisneming van het vertrouwelijke stuk. Dit zou kunnen leiden tot een verbetering of verandering van vervalsingstechnieken, wat de werkwijze van het Bureau Documenten zou kunnen belemmeren.

Daarom heeft de Afdeling het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd geacht en het verzoek toegewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 7 november 2018, waarbij mr. A.W.M. Bijloos als lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer en mr. A.J. Veenboer als griffier aanwezig waren.

Uitspraak

201802879/2/A3.
Datum beslissing: 7 november 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [plaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 22 februari 2018 in zaak nr. 17/2325 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg.
Procesverloop
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 22 februari 2018 in zaak nr. 17/2325.
Het college heeft een gedingstuk afkomstig van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: de IND) overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Het betreft de uitleg van het Bureau Documenten van de IND bij zijn beoordeling van de door [appellant] overgelegde afschriften van geboorteaktes.
Overwegingen
1.    Het college heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen.
2.    Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.    In het vertrouwelijk overgelegde stuk wordt door het Bureau Documenten uitgelegd hoe het bij de beoordeling van de door [appellant] overgelegde afschriften te werk is gegaan en hoe het tot zijn conclusie is gekomen. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang van de bescherming van de werkwijze van het Bureau Documenten zwaarder dan het belang van [appellant] bij kennisneming van het stuk. De Afdeling neemt hierbij in aanmerking dat kennisneming van informatie over methoden van onderzoek, technieken en bronmateriaal zou kunnen leiden tot verbetering of verandering van de vervalsing van documenten en daarmee een belemmering van de werkwijze van het Bureau Documenten.
4.    De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe;
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Veenboer, griffier.
w.g. Bijloos    w.g. Veenboer
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 7 november 2018