201806242/1/R3 en 201806242/2/R3.
Datum uitspraak: 3 oktober 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het beroep, in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Nijverdal, gemeente Hellendoorn,
en
de raad van de gemeente Hellendoorn,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 12 juni 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Hoek Molenweg-Smidsweg te Nijverdal" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
[appellant] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 september 2018, waar [appellant] en anderen, vertegenwoordigd door I.L.B. Boers-Leijten, rechtsbijstandverlener te Vriezenveen, en de raad, vertegenwoordigd door V.G.M. Rodijk en L.M. van Buuren, zijn verschenen. Voorts is mr. J.A. Holsbrink, kantoorhoudend te Enschede, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [bedrijf], vertegenwoordigd door [gemachtigde], ter zitting gehoord.
Partijen hebben ter zitting toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
Overwegingen
1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.
2. Het plan maakt de bouw van een appartementencomplex met 14 woningen mogelijk op de hoek van de Smidsweg en de Molenweg in Nijverdal. Op het perceel staat momenteel nog een bedrijfsgebouw met een bedrijfswoning.
[appellant] en anderen wonen in de nabijheid van het plangebied. Zij vrezen dat het plan zal leiden tot leegstand in hun woonomgeving.
3. [appellant] en anderen betogen dat het plan in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) is vastgesteld. Zij wijzen erop dat uit tabel 1 in paragraaf 4.1.2 van de plantoelichting blijkt dat in de gemeente Hellendoorn sprake is van een harde plancapaciteit van 1.005 woningen en een behoefte aan 370 tot 445 nieuwe woningen. Dit betekent dat in de behoefte al ruimschoots kan worden voorzien met reeds vastgestelde plannen. De verwijzing van de raad naar een door hem vastgesteld plan van aanpak om de harde plancapaciteit terug te brengen tot maximaal 100% van de behoefte aan nieuwe woningen is volgens hen niet toereikend omdat dit plan van aanpak er nog niet toe heeft geleid dat alle te schrappen woningbouwplannen in onherroepelijke bestemmingsplannen zijn wegbestemd.
4. Artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro luidt: "De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien."
5. De raad heeft in de plantoelichting de behoefte aan de beoogde 14 nieuwe woningen als volgt beschreven. Op 13 juli 2016 hebben het gemeentebestuur en het provinciebestuur de Bestuursovereenkomst woonafspraken Hellendoorn 2016-2020 (hierna: de Bestuursovereenkomst) ondertekend. Hierin is afgesproken dat balans tussen vraag en aanbod op de woningmarkt maximaal 100% plancapaciteit ten opzichte van de hanteren prognose inhoudt en dat het gemeentebestuur zorgt voor deze balans binnen een periode van 3 jaar vanaf 1 januari 2016. In samenhang met de Bestuursovereenkomst heeft de raad op 11 juli 2016 aan het college van burgemeester en wethouders opdracht gegeven om het in het voorgelegde raadsvoorstel geschetste plan van aanpak - dat als doelstelling heeft om binnen een periode van 3 jaar een harde plancapaciteit van maximaal 100% van de behoefte te bewerkstelligen - uit te voeren (hierna: het plan van aanpak). In het bij het plan van aanpak behorende werkdocument woningbouwcapaciteit 2016-2025 (hierna: het werkdocument) zijn alle woningbouwplannen opgenomen, onderverdeeld in vijf categorieën. De categorie "schrappen" omvat netto 617 woningen. Doordat in totaal 617 woningen zullen worden geschrapt, wordt het mogelijk om de woningbouwplannen in de categorie "mogelijke locaties zonder woningbouwstatus", waartoe het woningbouwplan op de hoek van de Smidsweg en Molenweg in Nijverdal behoort, toch te realiseren.
Ter zitting heeft de raad nader toegelicht dat de behoefte aan woningen inmiddels is toegenomen tot 440 woningen en de harde plancapaciteit is teruggebracht tot 889 woningen, zodat er per saldo nog 330 woningen dienen te worden wegbestemd om aan de afgesproken balans van vraag en aanbod op de woningmarkt te voldoen. De raad wil dit realiseren door de woningbouwplannen Kruidenwijk Zuid Fase 2 en 3, dat een uitwerkingsplicht voor de bouw van 300 woningen betreft, en Hellendoorn Noord Fase 2 en 3, dat een uitwerkingsplicht voor de bouw van 183 woningen betreft, weg te bestemmen. Daarover heeft de gemeente Hellendoorn na de vaststelling van het bestemmingsplan inmiddels overeenstemming bereikt met de betrokken projectontwikkelaars. De ontwerpbestemmingsplannen voor deze gebieden, waarin aan de gronden weer een agrarische bestemming zal worden toegekend, zullen ter inzage worden gelegd zodra ook overeenstemming is bereikt met de betreffende grondeigenaren.
6. De voorzieningenrechter stelt vast dat ten tijde van de vaststelling van het bestreden bestemmingsplan de harde plancapaciteit voor nieuwe woningen in de gemeente Hellendoorn de kwantitatieve behoefte aan nieuwe woningen overtrof. Volgens de plantoelichting betrof dit verschil 560 tot 635 woningen. Voor de beschrijving dat er desondanks behoefte aan deze nieuwe stedelijke ontwikkeling bestaat, heeft de raad gewezen op het plan van aanpak in samenhang met de Bestuursovereenkomst. Het plan van aanpak is erop gericht om uiterlijk op 1 januari 2019 de harde plancapaciteit tot maximaal 100% van de feitelijke behoefte aan nieuwe woningen in de gemeente Hellendoorn te hebben teruggebracht. Het daarvoor opgestelde werkdocument bevat een opsomming van de woningbouwplannen die "geschrapt" kunnen worden om deze doelstelling te bereiken. Het plan van aanpak biedt echter geen inzicht in het realiteitsgehalte van het beoogde "schrappen" van deze woningbouwplannen. Aan het bestemmingsplan zijn verder geen andere stukken ten grondslag gelegd die inzicht bieden in de stand van zaken en de voortgang van de uitvoering van het plan van aanpak ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan. Hierdoor biedt de enkele verwijzing naar het plan van aanpak niet een voldoende mate van zekerheid dat het met het plan van aanpak beoogde resultaat daadwerkelijk uiterlijk op 1 januari 2019 zal zijn gerealiseerd, en wel in die zin dat alsdan de bestemmingsplannen zullen zijn vastgesteld, waarbij bedoelde woningbouwplannen zijn geschrapt. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de voortgang van de uitvoering van het plan van aanpak deels - zoals de raad ter zitting nader heeft toegelicht - kennelijk ook afhankelijk is van het terzake ook bereikt hebben van overeenstemming met betrokken projectontwikkelaars en grondeigenaren. De betreffende ontwerpbestemmingsplannen zullen pas ter inzage worden gelegd nadat bedoelde overeenstemming is bereikt. Met de verwijzing naar het plan van aanpak in samenhang bezien met de Bestuursovereenkomst heeft de raad de behoefte aan deze nieuwe stedelijke ontwikkeling dan ook niet op toereikende wijze beschreven. Het vaststellingsbesluit is daarom in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro genomen.
Het beroep is gegrond. Het vaststellingsbesluit dient te worden vernietigd.
7. Dit betekent dat het voorziene appartementencomplex niet gerealiseerd kan worden. Deze uitspraak staat er echter niet aan in de weg dat de raad opnieuw een bestemmingsplan vaststelt voor deze locatie dat een appartementencomplex met 14 appartementen mogelijk maakt. In dat geval dient de raad echter in ieder geval deze uitspraak in acht te nemen.
8. Gelet op het oordeel in de hoofdzaak, wordt het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.
9. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Hellendoorn van 12 juni 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Hoek Molenweg-Smidsweg te Nijverdal";
III. wijst het verzoek af;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Hellendoorn tot vergoeding van bij [appellant] en anderen in verband met de behandeling van het beroep en het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van in totaal € 1.002,00 (zegge: duizendtwee euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
V. gelast dat de raad van de gemeente Hellendoorn aan [appellant] en anderen het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 340,00 (zegge: driehonderdveertig euro) voor de behandeling van het beroep en het verzoek vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
VI. draagt de raad van de gemeente Hellendoorn op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat de beslissing onder II wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, http://www.ruimtelijkeplannen.nl.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Boer, griffier.
w.g. Hoekstra
voorzieningenrechter De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 3 oktober 2018
745.