ECLI:NL:RVS:2018:3078

Raad van State

Datum uitspraak
6 september 2018
Publicatiedatum
20 september 2018
Zaaknummer
201802453/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Gelderland inzake rechtsbijstand

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 maart 2018. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van de raad voor rechtsbijstand van 2 oktober 2017 ongegrond verklaard. Tijdens de openbare zitting op 6 september 2018, waar de Staatsraden B.J. van Ettekoven, E. Helder en J. Kramer aanwezig waren, werd duidelijk dat de rechtsbijstand waarvoor extra uren waren aangevraagd al was verleend en dat de zaak inmiddels was beëindigd. Dit leidde tot de conclusie dat het procesbelang van de appellant was komen te vervallen.

De Afdeling verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk. De gronden voor deze beslissing waren dat uit het hogerberoepschrift niet bleek dat naast de appellant ook zijn advocaat, mr. M.M.J.P. Michiels, hoger beroep had ingesteld. De weergave van de appellant en zijn gemachtigde in de beroepsstukken was gelijkluidend, en Michiels had expliciet aangegeven dat het rechtsmiddel enkel namens de appellant was ingediend. Hierdoor was er geen basis voor het hoger beroep, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de zaak.

Uitspraak

201802453/1/A2.
Datum uitspraak: 6 september 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 maart 2018 in zaak nr. 17/5486 in het geding tussen:
[appellant]
en
het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad).
Openbare zitting gehouden op 6 september 2018 om 11:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. B.J. van Ettekoven    voorzitter
Staatsraad mr. E. Helder    lid
Staatsraad mr. J. Kramer    lid
griffier: mr. B. van Dokkum
Verschenen:
[appellant], vertegenwoordigd door mr. M.M.J.P. Michiels, advocaat te Wijchen;
De raad, vertegenwoordigd door mr. C.W. Wijnstra en G. van Dort.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 7 maart 2018 van de rechtbank, waarbij het beroep tegen het besluit van de raad van 2 oktober 2017 ongegrond is verklaard.
Beslissing:
De Afdeling verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Gronden:
-    Ter zitting is gebleken dat de rechtsbijstand waarvoor de extra uren zijn aangevraagd al is verleend en dat de zaak is beëindigd.
-    Volgens vaste jurisprudentie is het procesbelang van [appellant] hiermee komen te vervallen.
-    Uit de tekst van het hogerberoepschrift blijkt niet dat - naast [appellant] - ook Michiels hoger beroep heeft ingesteld. Daarbij weegt mee dat de weergave van eiser/appellant en zijn gemachtigde (Michiels) in het beroepschrift en hogerberoepschrift gelijkluidend is en dat Michiels de rechtbank uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat het rechtsmiddel enkel namens [appellant] door haar als gemachtigde is ingediend.
w.g. Van Ettekoven    w.g. Van Dokkum
voorzitter    griffier
480.