ECLI:NL:RVS:2018:3078
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- B.J. van Ettekoven
- E. Helder
- J. Kramer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Gelderland inzake rechtsbijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 maart 2018. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van de raad voor rechtsbijstand van 2 oktober 2017 ongegrond verklaard. Tijdens de openbare zitting op 6 september 2018, waar de Staatsraden B.J. van Ettekoven, E. Helder en J. Kramer aanwezig waren, werd duidelijk dat de rechtsbijstand waarvoor extra uren waren aangevraagd al was verleend en dat de zaak inmiddels was beëindigd. Dit leidde tot de conclusie dat het procesbelang van de appellant was komen te vervallen.
De Afdeling verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk. De gronden voor deze beslissing waren dat uit het hogerberoepschrift niet bleek dat naast de appellant ook zijn advocaat, mr. M.M.J.P. Michiels, hoger beroep had ingesteld. De weergave van de appellant en zijn gemachtigde in de beroepsstukken was gelijkluidend, en Michiels had expliciet aangegeven dat het rechtsmiddel enkel namens de appellant was ingediend. Hierdoor was er geen basis voor het hoger beroep, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de zaak.