ECLI:NL:RVS:2018:2743
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tegen last onder dwangsom voor saneringsplan verontreiniging
In deze zaak heeft de verzoekster bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, gedateerd 5 juli 2018, waarin een last onder dwangsom is opgelegd. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat verzoekster niet binnen de gestelde termijn een saneringsplan had laten opstellen voor de verontreiniging op haar perceel in Tilburg. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, hangende het bezwaar tegen het besluit van het college.
De mondelinge uitspraak vond plaats op 14 augustus 2018, waarbij de voorzieningenrechter, mr. N. Verheij, aanwezig was. De griffier was mr. M.P.J.M. van Grinsven. Tijdens de zitting was verzoekster vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. M.M.W.H. Holtackers, en het college werd vertegenwoordigd door mr. P. van IJzendoorn, ir. G.H. Mentink, en ing. P.F.B.A. Jansen.
De voorzieningenrechter heeft besloten om het besluit van 5 juli 2018 te schorsen bij wijze van voorlopige voorziening tot zes weken na het besluit op bezwaar. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekster, tot een bedrag van € 1002,00, en is het college verplicht om het griffierecht van € 170,00 aan verzoekster te vergoeden. De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing een belangenafweging gemaakt, waarbij het belang van verzoekster om de schorsing van het besluit te verkrijgen zwaarder woog dan het belang van het college bij handhaving van de termijn voor het saneringsplan.