201709978/1/A2.
Datum uitspraak: 26 januari 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
de Kiesraad handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (hierna: de Kiesraad),
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 11 december 2017 heeft de Kiesraad op verzoek van de politieke groepering De Groenen de aanduiding ‘De Groenen’ ingeschreven in het register bijgehouden ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De Kiesraad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De Groenen hebben een schriftelijke uiteenzetting en een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 januari 2018, waar [appellant], vergezeld van [gemachtigden], en de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. W.A.E. Brüheim en R.N.A. Al, zijn verschenen.
Overwegingen
1. [appellant] betoogt dat de Kiesraad de aanduiding ‘De Groenen’ ten onrechte op verzoek van de vereniging De Groenen in het register heeft ingeschreven. Daartoe voert hij aan dat het verzoek om registratie niet door het daartoe bevoegde bestuur van de vereniging is ingediend.
1.1. Ingevolge artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet kan een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid aan de Kiesraad schriftelijk verzoeken om de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in het register dat door de Kiesraad wordt bijgehouden. De Kiesraad heeft een verzoek om registratie van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid De Groenen ontvangen en diende, gelet op artikel G 1, derde lid, van de Kieswet, te onderzoeken of dit verzoek namens de vereniging door de daartoe bevoegde bestuurders is ingediend. Het verzoek is ingediend door [persoon A] en [persoon B]. Tevens is een gewaarmerkt uittreksel uit het handelsregister van 27 september 2017 overgelegd waarin [persoon A], in de functie van voorzitter, en [persoon B] als bestuurders van de vereniging zijn vermeld. In artikel 8, vijfde lid, van de eveneens overgelegde statuten is bepaald dat de vereniging in en buiten rechte wordt vertegenwoordigd door onder meer de voorzitter samen met een ander bestuurslid. De Kiesraad heeft vervolgens, naar aanleiding van opmerkingen van [appellant] over de bevoegdheid van de bestuurders van de vereniging, De Groenen verzocht om een actueel uittreksel van het handelsregister toe te zenden. In dat aan de Kiesraad toegezonden uittreksel van 27 november 2017 waren dezelfde bestuurders vermeld als in het uittreksel van 27 september 2017. De Kiesraad heeft zijn besluit terecht op die gegevens gebaseerd. Dat in het uittreksel van 27 november 2017 de tekst ‘Dossier in onderzoek ex art 38 juncto 33 t/m 36 Hrw’ was vermeld, betekent niet dat de Kiesraad eigen onderzoek had moeten verrichten en niet had mogen afgaan op de op dat moment geregistreerde gegevens. De Kiesraad heeft dus terecht geoordeeld dat het verzoek om registratie van de aanduiding De Groenen door de daartoe bevoegde bestuurders namens de vereniging is ingediend.
Het betoog faalt.
2. Het beroep is ongegrond.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. J.A. Hagen, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Rijsdijk, griffier.
w.g. Borman w.g. Rijsdijk
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 januari 2018
705.