Uitspraak
AFDELING
BIJLAGE
De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, ingeval er sprake is van meer werknemers ten aanzien van wie overtredingen zijn begaan, uit de som van het per werknemer vastgestelde boetebedrag.
Raad van State
In deze zaak heeft de Raad van State op 11 juli 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een uitzendbureau, hierna te noemen [appellante], tegen een besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De minister had op 15 juni 2015 een bestuurlijke boete van € 35.000,00 opgelegd aan [appellante] wegens vijf overtredingen van artikel 18b, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wmm). De overtredingen betroffen het niet overleggen van bescheiden waaruit blijkt welk loon en welke vakantiebijslag aan werknemers zijn betaald en hoeveel uren zij hebben gewerkt in de periode van 1 april tot en met 31 mei 2013. De rechtbank Amsterdam had eerder de hoogte van de boete gematigd tot € 31.500,00, wat door [appellante] werd bestreden in hoger beroep.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de minister terecht had vastgesteld dat [appellante] de Wmm had overtreden. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de verklaringen van de werknemers geloofwaardig waren en dat de minister geen nader onderzoek hoefde te doen naar de administratie van [appellante]. De Raad van State oordeelde dat de minister bij het opleggen van de boete rekening had gehouden met de ernst van de overtredingen en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd. De boete werd niet gematigd, omdat [appellante] niet had aangetoond dat de overtredingen niet aan haar konden worden verweten.
De uitspraak benadrukt het belang van het overleggen van correcte en volledige administratie door werkgevers, vooral in sectoren zoals de uitzendbranche, waar de naleving van arbeidswetten cruciaal is voor de bescherming van werknemers. De Raad van State bevestigde dat de boete proportioneel was en dat de minister de juiste procedure had gevolgd bij het opleggen van de sanctie.