5.1.Met betrekking tot de vraag of op 24 augustus 2013 in het restaurant sprake was van verhuur van zalen vallend onder horeca in categorie IIa, is de Afdeling van oordeel dat dit niet het geval is. Verhuur van zalen aan gezelschappen als bedoeld in het bestemmingsplan ziet, zoals ook door de burgemeester is toegelicht, op het aan derden in gebruik geven van een zaal onder betaling van huurpenningen voor activiteiten die los staan van de normale exploitatie van de horecagelegenheid. Dit kan ook gebeuren in combinatie met het verstrekken van eten en drinken. Naar het oordeel van de Afdeling valt het reserveren van alle tafels in een restaurant voor één groep hier niet onder. Dat in die situatie feitelijk maar één gezelschap van het restaurant gebruik maakt, maakt niet dat het gebruik van het restaurant in relevant opzicht verschil van de situatie dat de tafels door verschillende groepen worden gebruikt. Het reserveren en gebruiken van alle tafels in een restaurant door één gezelschap is dan ook geen gebruik voor horeca in categorie IIa als bedoeld in het bestemmingsplan. De rechtbank heeft gelet hierop ten onrechte overwogen dat in het restaurant sprake was van verhuur van zalen als bedoeld in het bestemmingsplan.
Nu geen sprake was van verhuur van zalen in het restaurant, was er om die reden ook geen verhuur van zalen ter plaatse van het terras in verband met de aanwezigheid buiten van gasten van het restaurant. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte overwogen dat sprake was van verhuur van zalen ter plaatse van het terras, vanwege het enkele feit dat er personen op het terras waren die bij het gezelschap in het restaurant hoorden. De betogen van de burgemeester en Pompstation B.V. slagen.
Ten overvloede wijst de Afdeling erop dat op grond van de exploitatievergunning van Pompstation B.V. in het geheel geen verhuur van zalen is toegestaan. Als zich in de toekomst een wijziging van de exploitatievergunning zou voordoen waardoor verhuur van zalen wel is toegestaan, dan mag dat op grond van dit bestemmingsplan nog steeds niet ter plaatse van het terras.
Conclusie en proceskosten
6. De hoger beroepen van de burgemeester en Pompstation B.V. zijn gegrond. De uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen, dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van [belanghebbende] en anderen tegen het besluit van 27 augustus 2014 ongegrond verklaren.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Het besluit van 10 juli 2017
8. Bij het besluit van 10 juli 2017 heeft de burgemeester, gevolg gevend aan de uitspraak van de rechtbank, opnieuw beslist op de door [belanghebbende] en anderen gemaakte bezwaren. Nu dit besluit is genomen ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank, is door de vernietiging van die uitspraak, voor zover daarbij het beroep gegrond is verklaard, het besluit van de burgemeester van 27 augustus 2014 is vernietigd en is bepaald dat de burgemeester een nieuw besluit dient te nemen, de grondslag aan dat besluit komen te ontvallen. Om die reden zal de Afdeling dat besluit vernietigen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de hoger beroepen van Pompstation B.V. en de burgemeester van Amsterdam gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 oktober 2016 in zaak nr. 14/4706, voor zover daarbij het beroep van [belanghebbende] en anderen gegrond is verklaard, het besluit van 27 augustus 2014 is vernietigd en is bepaald dat de burgemeester een nieuw besluit dient te nemen;
III. verklaart het tegen het besluit van 27 augustus 2014 gerichte beroep van [belanghebbende] en anderen ongegrond;
IV. vernietigt het besluit van 10 juli 2017;
V. verstaat dat de griffier van de Raad van State aan Pompstation B.V. het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 503,00 (zegge: vijfhonderddrie euro) voor de behandeling van het hoger beroep terugbetaalt.
Aldus vastgesteld door mr. F.C.M.A. Michiels, voorzitter, en mr. J. Kramer en mr. B.J. Schueler, leden, in tegenwoordigheid van drs. M.H. Kuggeleijn-Jansen, griffier.
w.g. Michiels w.g. Kuggeleijn-Jansen
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 juli 2018