ECLI:NL:RVS:2018:2131

Raad van State

Datum uitspraak
27 juni 2018
Publicatiedatum
27 juni 2018
Zaaknummer
201705878/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Parkeernormen' vastgesteld door de raad van de gemeente Woerden en de gevolgen voor Free Heart B.V.

Op 27 juni 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak tussen Free Heart B.V. en de raad van de gemeente Woerden. Het geschil betreft het bestemmingsplan 'Parkeernormen', dat op 24 mei 2017 door de raad is vastgesteld. Free Heart B.V., gevestigd in Nibbixwoud, heeft samen met anderen beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij vrezen dat het plan negatieve gevolgen zal hebben voor het parkeren op en nabij hun perceel in Zegveld. De Afdeling heeft de zaak op 24 mei 2018 ter zitting behandeld, waarbij Free Heart B.V. werd vertegenwoordigd door hun gemachtigde en een rechtsbijstandverlener, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door twee ambtenaren.

De Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de aanleiding voor het bestemmingsplan voortvloeit uit de inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK, die op 29 november 2014 van kracht werd. Deze wet heeft invloed op de bouwverordening en de mogelijkheid om stedenbouwkundige voorschriften op te nemen met betrekking tot parkeren. De raad heeft in het bestemmingsplan onderscheid gemaakt tussen plannen met en zonder specifieke parkeerregelingen. Free Heart B.V. betoogde dat het plan rechtsonzeker is, maar de Afdeling oordeelde dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.

De Afdeling heeft geconcludeerd dat het beroep van Free Heart B.V. ongegrond is, omdat de stellingen van de appellanten niet voldoende onderbouwd waren. De Afdeling heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 juni 2018.

Uitspraak

201705878/1/R2.
Datum uitspraak: 27 juni 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
Free Heart B.V., gevestigd te Nibbixwoud, gemeente Medemblik, en anderen (hierna: Free Heart en anderen),
appellanten,
en
de raad van de gemeente Woerden,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 mei 2017 heeft de raad het bestemmingsplan "Parkeernormen" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben Free Heart en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 mei 2018, waar Free Heart en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. J.H. Hartman, rechtsbijstandverlener te Hedel, en de raad, vertegenwoordigd door drs. L.C. Lindeman en mr. S. de Rijke, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.    Volgens het bestreden besluit is de aanleiding voor het plan de inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK en Koninkrijksrelaties 2014 (hierna: Reparatiewet BZK) op 29 november 2014 waarbij de Woningwet is gewijzigd en de grondslag is vervallen om in de bouwverordening stedenbouwkundige voorschriften op te nemen met betrekking tot parkeren. De raad heeft bij de vaststelling van dit zogeheten paraplubestemmingsplan onderscheid gemaakt in bestemmingsplannen waarin geen regeling is opgenomen ten aanzien van parkeernormen en bestemmingsplannen waarin al wel een specifieke regeling is opgenomen voor parkeren. Voor bestemmingsplannen zonder parkeerregeling die zijn vastgesteld vóór de inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK blijft de parkeerregeling in de bouwverordening ingevolge het in die wet opgenomen overgangsrecht gelden tot de wijziging van het bestemmingsplan, maar uiterlijk tot 1 juli 2018. De raad wil voor deze bestemmingsplannen ook na 1 juli 2018 eisen kunnen blijven stellen aan het aantal parkeerplaatsen door de Nota parkeernormen in de planregels op te nemen via het paraplubestemmingsplan. Voor bestemmingsplannen waarin al wel een specifieke regeling is opgenomen voor parkeren voorziet dit plan alleen in een toevoeging van een afwijkingsmogelijkheid.
Free Heart en anderen zijn eigenaar en exploitant van een recreatiebedrijf op het perceel Meije 300 te Zegveld. Free Heart en anderen vrezen dat het plan nadelige gevolgen zal hebben voor het parkeren op en nabij hun perceel.
Toetsingskader
2.    Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
Ingetrokken beroepsgrond
3.    Ter zitting hebben Free Heart en anderen hun beroepsgrond over de nut en noodzaak van het plan ingetrokken.
Beroepsgronden
4.    Free Heart en anderen betogen dat het plan rechtsonzeker is, omdat in artikel 3 van de planregels de voorschriften over parkeren in de bouwverordening buiten toepassing worden verklaard. Indien deze uitsluiting, naar zij stellen, onjuist blijkt, zijn de bouwverordening en het paraplubestemmingsplan volgens Free Heart en anderen naast elkaar in werking. Voorts is er in strijd met de rechtszekerheid een zogeheten dynamische verwijzing naar de gemeentelijke Nota parkeernormen opgenomen in het plan. Ook is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen in artikel 4, lid 4.3.2 van de planregels. Volgens Free Heart en anderen is het onduidelijk of de afwijkingsbevoegdheid kan leiden tot strengere parkeernormen dan zijn opgenomen in het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld", dat van toepassing is op hun perceel, in het geval dat van deze afwijkingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt en andere parkeernormen gelden dan de nu geldende Nota parkeernormen.
Rechtszekerheid
4.1.    Het paraplubestemmingsplan maakt gebruik van een tweedeling. In artikel 2, lid 2.1 is een lijst opgenomen met bestemmingsplannen waarin geen regeling is opgenomen ten aanzien van parkeren en waarvoor de Nota parkeernormen via het paraplubestemmingsplan geldt. In artikel 2, lid 2.2 is een lijst opgenomen met bestemmingsplannen waarin al wel een specifieke regeling is opgenomen voor parkeren en die in het plan slechts worden aangevuld met een afwijkingsbevoegdheid. Het voor het perceel van Free Heart en anderen geldende bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld" staat in de lijst behorend bij artikel 2, lid 2.2 van de planregels en kent een eigen parkeerregeling. Voor alle bestemmingsplannen wordt met de vaststelling van het paraplubestemmingsplan de parkeerregeling in de bouwverordening uitgesloten. Het overgangsrecht van de Reparatiewet BZK, zoals genoemd onder overweging 1, voorziet hierin. Daarmee geldt voor elk bestemmingsplan één parkeerregeling. Dat is niet rechtsonzeker. De stelling van Free Heart en anderen dat de bouwverordening blijft gelden, berust op een onjuiste uitleg van de Reparatiewet BZK. Het voor het perceel geldende bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld" is bovendien vastgesteld op 24 november 2016, dus ná de inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK op 29 november 2014. De stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening gelden niet voor het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld" en hebben gelet op het voorgaande daar ook nooit voor gegolden. Het betoog mist derhalve feitelijke grondslag.
Dynamische verwijzing
4.2.    Voor zover het betoog van Free Heart en anderen ziet op de dynamische verwijzing die geldt voor de in artikel 2, lid 2.1 van de planregels genoemde bestemmingsplannen, geldt deze verwijzing niet voor het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld". Het paraplubestemmingsplan voorziet voor de in artikel 2, lid 2.2 van die planregels opgenoemde bestemmingsplannen, waaronder het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld", alleen in een toevoeging van een afwijkingsbevoegdheid. Het betoog mist in zoverre feitelijke grondslag.
Voor zover het betoog ziet op de dynamische verwijzing in de afwijkingsbevoegheid in artikel 4, lid 4.2.3 van de planregels overweegt de Afdeling, onder verwijzing naar haar uitspraak van 9 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2837, dat een dynamische verwijzing naar beleidsregels in beginsel is toegestaan. Dit houdt in dat in de planregels kan worden opgenomen dat als er een eventuele wijziging van het beleid volgt, dit gewijzigde beleid het toetsingskader vormt bij het verlenen van de omgevingsvergunning. Wel moet duidelijk zijn naar welke beleidsregels wordt verwezen. Naar het oordeel van de Afdeling kan daar in dit geval in redelijkheid geen onduidelijkheid over bestaan aangezien in artikel 4, lid 4.3.2 van de planregels wordt verwezen naar de specifieke "Nota parkeernormen gemeente Woerden (vastgesteld d.d. 2 september 2014) en de in diens rechtsopvolger(s) gestelde voorwaarden". Het betoog faalt.
Afwijkingsbevoegdheid
4.3.    Artikel 4, lid 4.3.2 van de planregels luidt:
"Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen omtrent parkeren in de in artikel 2, lid 2.2 genoemde plannen, mits voldaan wordt aan de in de 'Nota parkeernormen gemeente Woerden' (vastgesteld d.d. 2 september 2014) en de in diens rechtsopvolger(s) gestelde voorwaarden."
4.4.    Voor het perceel van Free Heart en anderen geldt het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld". Artikel 4, lid 4.3.2, van de planregels bevat een afwijkingsbevoegdheid die alleen kan worden toegepast indien niet aan de geldende parkeernormen uit het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld" kan worden voldaan. In dat geval kan gebruik worden gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid. Indien de normen uit de "Nota parkeernormen gemeente Woerden" strenger zouden zijn dan de normen in het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld", betekent dit dat van de afwijkingsbevoegdheid voor Free Heart en anderen geen gebruik kan worden gemaakt. In dat geval blijven de parkeernormen uit het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld" gelden. Daarom leidt de opneming van de afwijkingsbevoegdheid, anders dan Free Heart en anderen menen, er niet toe dat strengere parkeernormen zullen gaan gelden dan in het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld". Het betoog faalt.
5.    Free Heart en anderen hebben zich in het beroepschrift voor het overige beperkt tot het verwijzen naar de inhoud van de zienswijze. In de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op deze zienswijze. Free Heart en anderen hebben in het beroepschrift, noch ter zitting redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende zienswijze in het bestreden besluit onjuist zou zijn.
Conclusie
6.    Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
Proceskosten
7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.P.F. Boermans, griffier.
w.g. Daalder    w.g. Boermans
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2018
429-875.