ECLI:NL:RVS:2018:1940

Raad van State

Datum uitspraak
13 juni 2018
Publicatiedatum
13 juni 2018
Zaaknummer
201707225/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurlijke rechtszaak over wijzigingsplan voor motorbrandstofverkooppunt in Hoofddorp

In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, dat op 18 juli 2017 het wijzigingsplan "Hoofddorp Graan voor Visch Zuid 1e wijziging" heeft vastgesteld. Dit wijzigingsplan voorziet in de verplaatsing van een motorbrandstofverkooppunt van de Burgemeester Pabstlaan naar een nieuwe locatie aan de kruising van de Nieuwe Bennebroekerweg en de Spoorlaan in Hoofddorp. De appellanten, die verschillende motorbrandstofverkooppunten in Hoofddorp exploiteren of verhuren, zijn van mening dat het college ten onrechte gebruik heeft gemaakt van zijn wijzigingsbevoegdheid. Zij stellen dat er geen noodzaak is voor de verplaatsing en dat het wijzigingsplan niet in overeenstemming is met de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 2 mei 2018 ter zitting behandeld. De appellanten hebben aangevoerd dat de verplaatsing van het motorbrandstofverkooppunt niet prioriteit heeft en dat de oude locatie al aanvaardbaar is. Het college heeft echter betoogd dat de verplaatsing wenselijk is voor een beter woon- en leefklimaat, omdat het huidige verkooppunt dicht bij woningen is gevestigd. De Afdeling heeft geoordeeld dat het college terecht heeft vastgesteld dat de verplaatsing in overeenstemming is met de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten en dat de prioritering van de verplaatsing nog steeds geldt. De Afdeling heeft het beroep van de appellanten ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201707225/1/R1.
Datum uitspraak: 13 juni 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante] en anderen, gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
en
het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 juli 2017 heeft het college het wijzigingsplan "Hoofddorp Graan voor Visch Zuid 1e wijziging" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellante] en anderen beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 mei 2018, waar [appellante] en anderen, in de persoon van [gemachtigden], bijgestaan door mr. W.A.L.D.I. van Slagmaat, advocaat te Houten, en het college, vertegenwoordigd door R. van Engeland, bijgestaan door mr. M.F.A. Dankbaar, advocaat te Haarlem, en drs. H.W.M.J. de Vries, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.    Het voorliggende wijzigingsplan voorziet in een motorbrandstofverkooppunt ter plaatse van de kruising van de Nieuwe Bennebroekerweg en de Spoorlaan in Hoofddorp (hierna: nieuwe locatie). Dit motorbrandstofverkooppunt wordt mogelijk gemaakt zodat het motorbrandstofverkooppunt dat op dit moment is gevestigd aan de Burgemeester Pabstlaan (hierna: oude locatie), naar deze nieuwe locatie kan worden verplaatst. Voor de nieuwe locatie geldt het bestemmingsplan "Graan voor Visch Zuid" zoals dat door de raad bij besluit van 9 juli 2014 is vastgesteld. Het college heeft van zijn bevoegdheid gebruik gemaakt zoals die in artikel 23 van dit bestemmingsplan is opgenomen. [appellante] en anderen kunnen zich niet verenigen met dit besluit. Zij exploiteren of verhuren elders in Hoofddorp verschillende motorbrandstofverkooppunten.
Planregels
2.    De relevante planregels die ten grondslag liggen aan de hierna volgende rechtsoverwegingen, zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
Beroepsgronden
3.    [appellante] en anderen voeren aan dat het college ten onrechte van zijn wijzigingsbevoegdheid zoals die is opgenomen in artikel 23 van het bestemmingsplan gebruik heeft gemaakt. In dit verband voeren zij aan dat de noodzaak ontbreekt om het motorbrandstofverkooppunt te verplaatsen, zodat geen sprake is van een prioritaire verplaatsing zoals bedoeld in de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten van 28 oktober 2008. In 2009 is namelijk al een overeenkomst gesloten tussen de gemeente en de eigenaar van het desbetreffende motorbrandstofverkooppunt, waarin de verkoop van lpg is afgekocht tegen intrekking van de milieuvergunning voor lpg. Hierdoor is het motorbrandstofverkooppunt op de oude locatie al aanvaardbaar. Ook voeren [appellante] en anderen aan dat de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan was opgenomen, omdat het ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan wenselijk werd geacht dat het motorbrandstofverkooppunt met lpg en het garagebedrijf op de oude locatie zouden worden verplaatst zodat deze locatie voor woningbouw kan worden gebruikt. Door het wijzigingsplan wordt echter uitsluitend het motorbrandstofverkooppunt verplaatst en blijven het garagebedrijf en de broodjeszaak op de oude locatie, waardoor op deze locatie nog steeds geen woningbouw kan worden gerealiseerd. Verder betogen [appellante] en anderen dat de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten niet langer leidend is, omdat de Nota "Commerciële voorzieningen Haarlemmermeer 2016" door de raad bij besluit van 28 januari 2016 is vastgesteld.
3.1.    Het college stelt zich op het standpunt dat het uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wenselijk is dat het motorbrandstofverkooppunt van de oude locatie wordt verplaatst naar de nieuwe locatie, omdat het motorbrandstofverkooppunt in de huidige situatie dichtbij woningen is gevestigd. Door het verplaatsen van het motorbrandstofverkooppunt ontstaat volgens het college een beter woon- en leefklimaat ter plaatse van die woningen. Het college betoogt dat het wijzigingsplan in overeenstemming is met de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten. Ook staat de Nota Commerciële voorzieningen Haarlemmermeer niet in de weg aan de verplaatsing. Deze nota brengt immers niet met zich dat de in de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten opgenomen prioriteitenlijst nu niet meer geldt, aldus het college.
3.2.    Aan het plangebied is de bestemming "Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" met de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg" toegekend.
3.3.    De Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten is opgesteld om motorbrandstofverkooppunten die milieuoverlast veroorzaken of door externe veiligheid ruimtelijke ontwikkelingen verhinderen of bemoeilijken te verplaatsen naar locaties die daarvoor beter geschikt zijn. Op basis van een inventarisatie van motorbrandstofverkooppunten in Haarlemmermeer zijn 10 motorbrandstofverkooppunten geprioriteerd om te verplaatsen. Ook zijn 10 gebieden aangewezen waar motorbrandstofverkooppunten in de toekomst gelokaliseerd kunnen worden. In de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten zijn voor motorbrandstofverkooppunten zonder lpg op grond van de inventarisatie vijf stations geprioriteerd. Deze hebben met elkaar gemeen dat ze dicht op de bestaande bebouwing staan en daardoor geluid- en verkeeroverlast veroorzaken. Daarnaast belemmeren deze stations gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Op nummer één staat het motorbrandstofverkooppunt op de oude locatie. Verder is in de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten het perceel op de hoek van de Spoorlaan en de Bennebroekerweg aangewezen als zoeklocatie voor de hervestiging van het motorbrandstofverkooppunt.
3.4.    In de Nota Commerciële voorzieningen Haarlemmermeer staat dat het ruimtelijk-economische beleid ten aanzien van motorbrandstofverkooppunten in Haarlemmermeer is vastgelegd in de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten. Door motorbrandstofverkooppunten uit dichtbevolkte gebieden te verplaatsen wil de gemeente de leefomgeving en het milieu verbeteren en/of ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken. Voor locaties waar het algemeen en maatschappelijk belang groot is, zal de gemeente een actief verplaatsingsbeleid voeren. Om exploitanten en eigenaren van motorbrandstofverkooppunten ertoe te bewegen zich vrijwillig te verplaatsen heeft de gemeente een aantal potentiële hervestigingslocaties aangewezen, op basis van voor de markt relevante randvoorwaarden en uitgangspunten zoals bereikbaarheid, zichtbaarheid vanaf de weg, verkeersintensiteit en dergelijke. Het vigerende beleid staat tot 2018 geen nieuw aanbod van benzine, diesel en lpg toe. Dit biedt een tiental bestaande exploitanten de mogelijkheid om met voorrang naar een uit ruimtelijk oogpunt betere locatie te verhuizen. De mogelijkheid voor een nieuwe exploitant wordt echter opengehouden voor locaties waarvoor geen te verplaatsen Haarlemmermeerse pomp-exploitant is gevonden en/of zich een aanbieder van nieuwe brandstoffen aandient, zoals elektriciteit, LNG of waterstof. Omdat het verplaatsingsbeleid voor motorbrandstofverkooppunten tot dusverre niet tot concrete resultaten heeft geleid wordt de in de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten opgenomen vestigingsbeperking voor nieuw aanbod - en met name voor nieuwe brandstoffen - opgeheven. Om de leefomgeving en het milieu te verbeteren en/of ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken, zal verplaatsing uit woonwijken en kernen naar de door de raad vastgestelde hervestigingslocaties waar mogelijk worden gefaciliteerd.
3.5.    De Afdeling stelt voorop dat met het bestaan van een wijzigingsbevoegdheid in een bestemmingsplan de planologische aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven mag worden beschouwd, indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. Het feit dat aan de in een bestemmingsplan opgenomen wijzigingsvoorwaarden is voldaan, ontslaat het college evenwel niet van de verplichting na te gaan of wijziging van de oorspronkelijke bestemming gelet op alle betrokken belangen in het concrete geval is gerechtvaardigd.
Ingevolge artikel 23 van het bestemmingsplan moet sprake zijn van een prioritaire verplaatsing als bedoeld in de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten, hetgeen het college verplicht is te bezien in het kader van het vaststellen van dit wijzigingsplan. Door [appellante] en anderen is niet bestreden dat er momenteel een motorbrandstofverkooppunt is gevestigd aan de Burgemeester Pabstlaan. In de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten is prioriteit gegeven aan het verplaatsen van dit motorbrandstofverkooppunt. Het betoog van [appellante] en anderen dat deze prioritering niet langer geldt vanwege het vaststellen van de Nota Commerciële voorzieningen Haarlemmermeer 2016 wordt door de Afdeling niet gevolgd. Het college betoogt terecht dat de Nota Commerciële voorzieningen Haarlemmermeer 2016 op dit punt geen wijzigingen beoogt ten opzichte van de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten. In de Nota Commerciële voorzieningen Haarlemmermeer 2016 staat immers dat de verplaatsing van motorbrandstofverkooppunten uit woonwijken en kernen naar de door de raad vastgestelde hervestigingslocaties waar mogelijk nog altijd wordt gefaciliteerd. Het betoog van [appellante] en anderen dat de prioritering uit de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten niet langer opgaat omdat door het wijzigingsplan in een motorbrandstofverkooppunt zonder lpg wordt voorzien en de naastgelegen garage en broodjeszaak op de oude locatie niet meeverhuizen, wordt door de Afdeling niet gevolgd. In de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten wordt er namelijk van uitgegaan dat het desbetreffende motorbrandstofverkooppunt geen lpg verkoopt. Evenmin wordt in de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten prioritering toegekend aan het verplaatsen van het desbetreffende motorbrandstofverkooppunt vanwege de naastgelegen garage en/of broodjeszaak. Gelet op het voorgaande en in aanmerking genomen dat de doelstelling van het terugbrengen van geluid- en verkeersoverlast veroorzaakt door het motorbrandstofverkooppunt nabij de naastgelegen woningen met deze verplaatsing wordt gediend, bestaat naar het oordeel van de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het wijzigingsplan in strijd met de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten is vastgesteld.
Het betoog faalt.
4.    Ook voeren [appellante] en anderen aan dat onduidelijk is of het plan financieel uitvoerbaar is. In dit verband voeren zij aan dat een financieel haalbaarheidsplan ontbreekt.
4.1.    In het kader van een beroep tegen een plan kan een betoog dat ziet op de uitvoerbaarheid van dat plan, waaronder ook de financiële uitvoerbaarheid is begrepen, slechts leiden tot vernietiging van het bestreden besluit indien en voor zover het aangevoerde leidt tot de conclusie dat het college op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat het plan niet kan worden uitgevoerd binnen de planperiode van in beginsel tien jaar. Het college heeft toegelicht dat sprake is van een concreet initiatief om het brandstofverkooppunt te verplaatsen en dat in het kader van het wijzigingsplan een financieel haalbaarheidsonderzoek is uitgevoerd. Ter zitting is nader toegelicht dat de grond waarop het wijzigingsplan ziet, door de gemeente in erfpacht wordt uitgegeven en dat voor het ondertekenen van de erfpachtsovereenkomst reeds een concrete datum is bepaald op zeer korte termijn. Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding om te oordelen dat het college in dit geval op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat het plan niet binnen de planperiode kan worden uitgevoerd.
Het betoog faalt.
Conclusie en proceskosten
5.    Het beroep is ongegrond.
6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. J.A. Hagen en mr. H. Bolt, leden, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen    w.g. Sparreboom
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 juni 2018
812. BIJLAGE
* Bij rechtsoverweging 3.5
Planregels
Artikel 3 "Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg"
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' uitsluitend een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg, inclusief andere energievormen voor voertuigen;
[…].
Planregels behorend bij het bestemmingsplan
Artikel 23 wro-zone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders kunnen, uitsluitend ten behoeve van prioritaire verplaatsing als bedoeld in de Nota Locaties motorbrandstofverkooppunten van 28 oktober 2008 van een verkooppunt voor motorbrandstoffen dat elders in Haarlemmermeer is gevestigd, ter plaatse van de aanduiding ‘wro- zone - wijzigingsgebied 2’ de bestemmingen geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemmingen Bedrijf - Garage en Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg en/of de functieaanduiding verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, wasstraten bij deze bestemmingen/functies inbegrepen, alsmede Groen, Verkeer, Water en veiligheidszone - lpg, met inachtneming van de volgende bepalingen:
d. de bouwhoogte van gebouwen is maximaal 14 m, met dien verstande dat ondergeschikte bouwdelen, waaronder een luifel, maximaal 20 m hoog mogen zijn;
e. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde is maximaal 8 m, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen die maximaal 2 m hoog mogen zijn en reclamemasten die een bouwhoogte van maximaal 23 m mogen hebben;
f. het verkooppunt voor motorbrandstoffen en het garagebedrijf worden tezamen op twee locaties ontsloten op de Spoorlaan;
g. indien uit verkeerskundig onderzoek blijkt dat dit mogelijk is wordt ruimte gereserveerd voor een extra afslag vanaf de Bennebroekerweg naar het motobrandstoffenverkooppunt.