ECLI:NL:RVS:2018:1851
Raad van State
- Herziening
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak in bestuursrechtelijke procedure
Op 6 juni 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoekster] om herziening van een eerdere uitspraak. Dit verzoek was gericht tegen de uitspraak van de Afdeling van 15 november 2017, waarin de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 26 oktober 2016 werd bevestigd. De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 mei 2018, waarbij [verzoekster] aanwezig was.
De Afdeling overweegt dat op grond van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak slechts kan worden herzien indien er feiten of omstandigheden zijn die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar niet bekend waren bij de indiener van het verzoek. Deze feiten moeten relevant zijn en hadden, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak kunnen leiden. [verzoekster] heeft echter geen dergelijke feiten of omstandigheden naar voren gebracht.
De Afdeling concludeert dat het enkele feit dat [verzoekster] het niet eens is met de eerdere uitspraak, niet voldoende is om tot herziening over te gaan. Daarom wordt het verzoek om herziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 juni 2018.