ECLI:NL:RVS:2018:1815
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering voorlopige voorziening door voorzieningenrechter in bestuursrechtelijke zaak betreffende verkoopactiviteiten
Op 31 mei 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. C.J. Borman, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen en een wederpartij. Het college had verzocht om een voorlopige voorziening in hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 13 april 2018. De rechtbank had in die uitspraak geoordeeld dat de last die aan het college was opgelegd te ruim was omschreven, omdat deze zich uitstrekte tot alle verkoopactiviteiten in de betrokken ruimten, terwijl de overtreding zich beperkte tot de verkoop van artikelen die niet waren toegestaan volgens het bestemmingsplan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat er op dat moment geen verkoopactiviteiten plaatsvonden in de betrokken ruimten en dat het college zelf in staat was om de verkoop van niet toegelaten assortiment te voorkomen door een gerichte last op te leggen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij het verzoek om een voorlopige voorziening, waardoor het verzoek werd afgewezen. Het college werd bovendien veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de wederpartij tot een bedrag van € 501,00.