201800304/1/A2.
Datum uitspraak: 22 januari 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging Heerenveen Lokaal, gevestigd te Bontebok, gemeente Heerenveen,
appellante,
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Heerenveen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 9 januari 2018 heeft het centraal stembureau een verzoek van de politieke groepering Heerenveen Lokaal om de aanduiding ‘Heerenveen Lokaal’ in te schrijven in het daarvoor bestemde register buiten behandeling gesteld.
Tegen dit besluit heeft Heerenveen Lokaal beroep ingesteld.
Het centraal stembureau heeft een verweerschrift ingediend.
De Kiesraad heeft inlichtingen verschaft.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 januari 2018, waar de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R.N.A. Al, is gehoord.
Overwegingen
1. Op 27 december 2017 heeft de politieke groepering Heerenveen Lokaal verzocht om de aanduiding ‘Heerenveen Lokaal’ in te schrijven in het daarvoor bestemde register. Daarbij heeft Heerenveen Lokaal een afschrift van de notariële akte waarin de statuten van de vereniging zijn opgenomen, een bewijs van betaling van de in verband met de registratie te betalen waarborgsom en een verklaring, houdende aanwijzing van de gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centraal stembureau overgelegd. Op 28 december 2017 heeft Heerenveen Lokaal een bewijs van inschrijving in het handelsregister overgelegd.
2. Aan het buiten behandeling stellen van het verzoek om inschrijving van de aanduiding ‘Heerenveen Lokaal’ in het daarvoor bestemde register heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat het bewijs van inschrijving in het handelsregister na de tweeënveertigste dag voor de kandidaatstelling en derhalve niet tijdig is overgelegd.
3. Heerenveen Lokaal betoogt dat het centraal stembureau haar verzoek ten onrechte buiten behandeling heeft gesteld. Zij voert daartoe aan dat het centraal stembureau haar tot 28 december 2017, 12.00 uur, de gelegenheid heeft geboden het verzoek aan te vullen met het ontbrekende bewijs van inschrijving in het handelsregister. Daarbij heeft een rol gespeeld dat het op 27 december 2017 zeer druk was bij de Kamer van Koophandel.
3.1. Artikel G 3, eerste lid, van de Kieswet houdt in dat een politieke groepering tot uiterlijk de tweeënveertigste dag voor de kandidaatstelling bij het centraal stembureau een verzoek tot registratie van een aanduiding kan indienen onder overlegging van de in het derde lid van dat artikel voorgeschreven bescheiden, waaronder een bewijs van inschrijving in het handelsregister. Verzoeken die na die uiterste dag zijn ontvangen of aangevuld, blijven op grond van dit artikel voor de daarop volgende verkiezing buiten behandeling. Er is wettelijk geen mogelijkheid tot aanvulling van een onvolledige aanvraag na die dag.
3.2. Het verzoek om registratie van Heerenveen Lokaal diende te worden beoordeeld op basis van de stukken die uiterlijk op 27 december 2017 door het centraal stembureau waren ontvangen. Niet in geschil is dat het door Heerenveen Lokaal op die datum bij het centraal stembureau ingediende verzoek om registratie, onvolledig was wegens het ontbreken van een bewijs van inschrijving in het handelsregister en het centraal stembureau aan Heerenveen Lokaal tot de volgende dag, 28 december 2017, 12.00 uur de gelegenheid heeft geboden het verzoek met het ontbrekende stuk aan te vullen. Voorts is niet in geschil dat Heerenveen Lokaal met toestemming van het centraal stembureau haar verzoek op 28 december 2017 om 9.45 uur heeft aangevuld met een bewijs van inschrijving in het handelsregister.
3.3. De procedure voor de registratie van een aanduiding van een politieke groepering is door de wetgever aan strikte regels en termijnen gebonden teneinde de voortgang van de procedure, alsmede voor ieder gelijke en eerlijke verkiezingen te waarborgen. Met dit strikte stelsel van de Kieswet verdraagt zich niet dat door het centraal stembureau aan Heereveen Lokaal de gelegenheid is geboden het verzoek om registratie aan te vullen tot een tijdstip dat later is gelegen dan uiterlijk de tweeënveertigste dag vóór de kandidaatstelling. Voor zover Heerenveen Lokaal zich in dit verband beroept op door het centraal stembureau bij haar opgewekt vertrouwen, dat zij het ontbrekende bewijs van inschrijving een dag later, zij het te laat, mocht inleveren, overweegt de Afdeling dat dit vertrouwen in rechte geen bescherming verdient, omdat dat zou leiden tot een situatie die duidelijk in strijd is met de Kieswet.
3.4. Voor zover Heerenveen Lokaal stelt dat het op 27 december 2017 zeer druk was bij de Kamer van Koophandel overweegt de Afdeling dat het tot de verantwoordelijkheid van de politieke groepering behoort ervoor te zorgen dat uiterlijk op de tweeënveertigste voor de kandidaatstelling een verzoek om registratie is ingediend, dat voldoet aan de ingevolge de Kieswet geldende vereisten. Door pas in de laatste week voor de uiterste inleverdatum bij het centraal stembureau te informeren naar de bescheiden die bij het verzoek om registratie moesten worden overgelegd en op de uiterste inleverdatum de notariële akte waarin de statuten van de vereniging zijn vastgelegd te doen opmaken en bij de notaris te informeren of zij diezelfde dag nog bij de Kamer van Koophandel terecht kon voor inschrijving in het handelsregister, heeft appellante het risico genomen dat zij niet aan alle vereisten voor registratie als politieke groepering zou voldoen. Dat zij niet tijdig een bewijs van inschrijving in het handelsregister kon bemachtigen wegens drukte bij de Kamer van Koophandel komt dan ook voor haar rekening.
4. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Wieland, griffier.
w.g. Van Altena w.g. Wieland
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 januari 2018
705/502.