201704211/2/R1.
Datum uitspraak: 30 mei 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. Parvus Avez B.V., gevestigd te Oirsbeek, gemeente Schinnen,
2. Beheervereniging Villa Parc Arcen, gevestigd te Oirsbeek, gemeente Schinnen,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Venlo,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 27 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3572, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen het gebrek in het besluit van 29 maart 2017 te herstellen. Deze uitspraak is aangehecht. Bij besluit van 14 maart 2018 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak het bestemmingsplan "Recreatiegebied Walbeckerheide" gewijzigd vastgesteld.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in overweging 7.6 van de tussenuitspraak geoordeeld dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het besluit van 29 maart 2017 in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, omdat geen voorwaardelijke verplichting is opgenomen die ertoe strekt dat de benodigde groene inrichting van het plangebied wordt gerealiseerd en in stand gehouden en de raad onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij voornemens is de realisering en instandhouding van de groene inrichting van het plangebied te verwezenlijken.
2. Gelet op hetgeen is overwogen in de tussenuitspraak zijn de beroepen van Parvus Avez en Villa Parc Arcen gegrond. Het besluit van 29 maart 2017 dient te worden vernietigd wegens strijd met een goede ruimtelijke ordening en derhalve met artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.
3. Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak het besluit met inachtneming van overweging 7.6 van de tussenuitspraak te wijzigen door het besluit te wijzigen en daarbij te voorzien in een voorwaardelijke verplichting die ertoe strekt dat de benodigde groene inrichting van het plangebied wordt gerealiseerd en in stand gehouden, dan wel inzichtelijk te maken hoe de raad de realisering en instandhouding van de benodigde groene inrichting van het plangebied kan verwezenlijken.
4. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 14 maart 2018 het bestemmingsplan "Recreatiegebied Walbeckerheide" gewijzigd vastgesteld. Daarbij heeft hij artikel 5, lid 5.5, van de planregels opgenomen dat ertoe strekt dat het gebruik van de gronden met de bestemming "Recreatie" overeenkomstig die bestemming pas is toegestaan als de bestemmingen "Bos" en "Groen" zijn verwezenlijkt en daarna in stand worden gehouden overeenkomstig het inrichtingsplan dat als bijlage 1 bij de planregels is toegevoegd en van de planregels onderdeel uitmaakt.
5. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft een beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
6. Parvus Avez en Villa Parc Arcen hebben naar aanleiding van het nieuwe besluit geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat zij geen bezwaren hebben tegen het besluit van 14 maart 2018. De van rechtswege ontstane beroepen zijn ongegrond.
7. Niet is gebleken van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen tegen het besluit van de raad van de gemeente Venlo van 29 maart 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatiegebied Walbeckerheide" gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Venlo van 29 maart 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatiegebied Walbeckerheide";
III. verklaart de beroepen tegen het besluit van de raad van de gemeente Venlo van 14 maart 2018 tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan "Recreatiegebied Walbeckerheide" ongegrond;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Venlo aan Parvus Avez B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 333,00 (zegge: driehonderddrieëndertig euro) vergoedt;
gelast dat de raad van de gemeente Venlo aan Beheervereniging Villa Parc Arcen het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 333,00 (zegge: driehonderddrieëndertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. G. van der Wiel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.W.A.M.M. Delauw, griffier.
w.g. Van der Wiel
lid van de enkelvoudige kamer
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2018
812.