5.5.2.Escalatieladder
Indien door een door de minister van SZW aangewezen certificatie-instelling wordt geconstateerd dat een certificaathoudend asbestverwijderingsbedrijf een afwijking begaat volgens de in tabel 5.5.3 (Bijlage H) opgenomen bepalingen, dan wordt door de certificatie-instelling het certificaat van de certificaathouder (on-) voorwaardelijk ingetrokken of geschorst of ontvangt de certificaathouder een waarschuwing. Na intrekken van het certificaat kan de gewezen certificaathouder pas na 12 maanden een aanvraag indienen voor een nieuw certificaat. Ook voor het bedrijf kan pas na 12 maanden een aanvraag worden ingediend voor een nieuw certificaat. De periode van 12 maanden begint met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit in werking treedt waarbij het certificaat is ingetrokken. Na de constatering van een Cat III afwijking dient de certificaathouder binnen 2 maanden een interne corrigerende maatregel te hebben ingevoerd, waarna de CKI binnen een maand deze maatregel definitief moet hebben beoordeeld. Binnen de termijn van 3 maanden kan de afwijking, in positieve zin ( Cat III opgeheven) dan wel negatieve zin (verzwaring van Cat III naar Cat I) afgesloten zijn.
Indien in een concernsituatie met meerdere zelfstandige ondernemingen, die bij eenzelfde CKI onder procescertificaat staan, van een onderneming het certificaat (on)voorwaardelijk wordt ingetrokken of geschorst zal de CKI alle andere gecertificeerde ondernemingen per direct onderwerpen aan een controle op die onderwerpen waarop een afwijking is geconstateerd die heeft geleid tot de sanctie.
5.5.2.2. Onderverdeling van afwijkingen
Voor de onderbouwing van de onderverdeling van de sanctie per afwijking wordt verwezen naar Bijlage J.
Bij de toepassing van het hierboven onder par. 5.5.2.1 en 5.5.2.2 bedoelde, worden de volgende verzwaringen toegepast:
• Indien tijdens een controle of onderzoek drie of meer afwijkingen, niet zijnde afwijkingen uit Categorie I, uit één categorie worden geconstateerd, dan worden deze drie of meer afwijkingen beschouwd als één afwijking uit de naastgelegen, hogere (zwaardere) Categorie;
• Indien binnen een periode van één jaar zesmaal een afwijking van Categorie II, III, of IV is vastgesteld, dan wordt de zesde afwijking beschouwd als een afwijking uit de naastgelegen, hogere (zwaardere) Categorie. Dit betekent dat bij elke afwijking van Categorie II, III, of IV bepaald dient te worden of er in het jaar voorafgaand aan deze afwijking vijfmaal een afwijking van Categorie II, III, of IV is vastgesteld.
• Indien op een bepaald moment meerdere feiten worden geconstateerd die in verschillende van de onder par. 5.5.2.1 en 5.5.2.2 genoemde categorieën vallen, dan zal het feit uit de zwaarste categorie bepalend zijn voor de door de certificatie-instelling te treffen sanctie.
5.5.3.Uitwerking per categorie in toetspunten
De vier categorieën waarop bij initiële en/of periodieke beoordeling van de (kandidaat-)certificaathouder sancties worden opgelegd zijn inclusief de onderverdeling in de afwijkingen uitgewerkt en opgenomen in tabel 5.5.3 (Bijlage H)
Nadat de CKI heeft vastgesteld, op basis van de vaststaande feiten door eigen onderzoek of dat van een toezichthoudende overheidsinstelling, dat er sprake is van een afwijking van categorie I, II of III is de gang van zaken aan de orde als beschreven in par. 5.5.4.4.
Deel II van dit certificatieschema bevat de normen die gelden voor een certificaat of verklaring voor producten in een werkveld. Beschreven wordt achtereenvolgens:
• het onderwerp van certificatie(zie hoofdstuk 6);
• de inhoudelijke eisen die gelden voor het certificaat (zie hoofdstuk 7);
• de wijze waarop het voldoen aan de eisen wordt beoordeeld en gerapporteerd (zie hoofdstuk 8);
• te stellen eisen aan format van het certificaat(zie hoofdstuk 9).
In de tekst is ter ondersteuning en verduidelijking aanvullende informatie gegeven in de vorm van Toelichting, Opmerking en Uitwerking. Deze toevoegingen hebben een informatief karakter.
Bijlage H. Categorie indeling sanctiestelsel asbestverwijdering tabel 5.5.3 (v)
Bijlage I. Maatregelen algemeen (v)
Het voorgaande betekent dat de kern van het sanctiestelsel is dat een (rechts)[wederpartij] die niet conform de regels werkt het werk niet meer mag verrichten. Uitgangspunt is dat een dergelijke (rechts)[wederpartij] het certificaat verliest. Er is voor gekozen om bij een eerste afwijking niet direct tot intrekking van het certificaat over te gaan. De certificaathouder krijgt een herkansing. De herkansing bestaat er uit dat het certificaat wordt geschorst waardoor het certificaat zijn geldigheid verliest . Als de certificaathouder voldoende maatregelen heeft getroffen wordt de schorsing ingetrokken.
Er is echter een verschil in ernst van afwijkingen waardoor er afwijkingen zijn waarbij het aanvaardbaar is dat het certificaat zijn geldigheid behoudt terwijl de certificaathouder de maatregelen treft. Het certificaat wordt ingetrokken als de certificaathouder niet binnen de termijn voldoende maatregelen treft.
Zoals gezegd zal een certificaathouder die overtredingen blijft begaan zijn certificaat verliezen ongeacht de ernst van de overtredingen.
In het sanctiestelsel wordt een onderscheid gemaakt tussen vier herstelsancties:
1. onvoorwaardelijke intrekking
2. schorsing
3. voorwaardelijke intrekking
4. waarschuwing
ad 1 het certificaat wordt ingetrokken zonder herkansing;
ad 2 het certificaat verliest zijn geldigheid totdat de afwijking is opgeheven én voldoende is aangetoond dat de afwijking zich niet zal herhalen;
ad 3 het certificaat wordt ingetrokken als niet binnen een gestelde termijn bepaalde maatregelen zijn getroffen. De certificaathouder kan in die periode doorwerken, maar verliest zonder nadere beschikking zijn certificaat als de genomen maatregelen niet voor een bepaalde datum zijn getroffen;
ad 4 de certificaathouder wordt gewezen op de afwijking, maar deze afwijking heeft (nog) geen gevolgen voor de geldigheid van het certificaat.
Verder is er een verzwaring die tot gevolg heeft dat een certificaathouder die overtredingen blijft begaan, zijn certificaat verliest. In bijlagen in SC-530 en SC-540 is opgenomen tot welke herstelsanctie een bepaalde afwijking leidt.
In de certificatieschema’s zijn afwijkingen ingedeeld in categorieën waaraan een van de genoemde herstelsancties is verbonden.
Categorie I - onvoorwaardelijke intrekking
Categorie III - voorwaardelijke intrekking
Categorie IV - waarschuwing
Uitgangspunt bij de indeling van de afwijkingen is dat afwijkingen die leiden tot blootstelling dan wel het risico op blootstelling verhogen, vallen onder Categorie II. Andere afwijkingen zullen onder Categorie III vallen, met uitzonderingen naar Categorie II en IV. Als de certificaathouder de gecertificeerde werkzaamheden (of daarmee verbonden werkzaamheden) verricht terwijl het certificaat is geschorst (zowel herstelsanctie als ordemaatregel), zal het certificaat onvoorwaardelijk worden ingetrokken.
Handelen in de geest van een norm
Een norm beschermt bepaalde belangen. Het wordt soms gesteld dat op een andere wijze dat belang beschermd kan worden. Dit is niet van belang. De bevoegde autoriteit heeft bepaald dat op de voorgeschreven wijze het belang wordt behartigd. Het is niet aan een certificaathouder om dit naast zich neer te leggen en eigen maatregelen te gaan bepalen. Er is een afwijking en deze leidt tot het opleggen van de herstelsanctie. Deze niveaus zijn nader uitgewerkt in de zogenaamde escalatieladder.