ECLI:NL:RVS:2018:1669
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit hogere waarden Wet geluidhinder voor bestemmingsplan Koninginnebastion
Op 25 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg hogere waarden vastgesteld op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) voor het bestemmingsplan "Koninginnebastion". Tegen dit besluit hebben appellanten A en B, beiden wonend te Geertruidenberg, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 23 april 2018 ter zitting behandeld, waar de appellanten en het college vertegenwoordigd waren. Ook de initiatiefnemers van het bestemmingsplan, stichting Thuisvester en stichting Zorgorganisatie Het Hoge Veer, waren aanwezig, vertegenwoordigd door hun advocaten.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat nader onderzoek niet nodig is voor de beoordeling van de zaak en dat het beroep van de appellanten niet steunt op een zienswijze die bij het college naar voren is gebracht. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een belanghebbende geen beroep instellen tegen onderdelen van een besluit waarover hij geen zienswijze heeft ingediend, tenzij hem dat niet kan worden verweten. In dit geval is niet gebleken dat de appellanten redelijkerwijs niet verweten kan worden dat zij geen zienswijze hebben ingediend.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het beroep van appellanten A en B niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, in aanwezigheid van griffier mr. M. Vogel-Carprieaux, en is openbaar uitgesproken op 23 mei 2018.