ECLI:NL:RVS:2018:1646
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- F.C.M.A. Michiels
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor ontgronding en bezwaren tegen vrachtverkeer en hinder
In deze zaak heeft de Raad van State op 18 mei 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening en de hoofdzaak met betrekking tot een ontgrondingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] door het college van gedeputeerde staten van Limburg. De vergunning betreft het ontgronden van percelen in de gemeente Ottersum, specifiek de locatie 'Looierbroek'. [appellant], wonend nabij de ontgrondingslocatie, heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning, met name tegen het vrachtverkeer dat voortvloeit uit de ontgronding. Hij vreest voor schade aan zijn eigendommen door trillingen en stofhinder veroorzaakt door de vrachtwagens die de ontgrondingslocatie bedienen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het college van burgemeester en wethouders van Gennep al voorschriften heeft opgenomen in de omgevingsvergunning milieu die de vrachtwagens verplichten om maatregelen te nemen ter voorkoming van stof- en trillinghinder. [appellant] heeft aangegeven dat hij zich kan verenigen met deze voorschriften, mits er duidelijkheid is over het bevoegd gezag dat kan optreden bij niet-naleving. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Gennep inderdaad het bevoegde gezag is en dat handhaving van de voorschriften in het algemeen belang is.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het beroep van [appellant] ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van bestaande voorschriften in de omgevingsvergunning en de rol van het college in de handhaving van deze voorschriften.