ECLI:NL:RVS:2018:1428
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen besluiten college van burgemeester en wethouders van Zuidplas
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 1 mei 2018 een mondelinge uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Het hoger beroep is ingesteld door [verzoeker], wonend te Moordrecht, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 maart 2018. De voorzieningenrechter heeft op 24 april 2018 een openbare zitting gehouden, waarbij [verzoeker] aanwezig was, evenals vertegenwoordigers van het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas.
De voorzieningenrechter heeft de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas van 28 maart 2018, 13 december 2017, 15 november 2017 en 7 april 2017 geschorst. Dit besluit is genomen omdat de voorzieningenrechter de belangen van [verzoeker] zwaarwegend achtte. [verzoeker] en zijn gezin gebruiken de recreatiewoning al lange tijd als hoofdverblijf, en het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening zou geen onomkeerbare gevolgen met zich meebrengen. Bovendien was er geen dringende noodzaak voor het college om de handhaving van de begunstigingstermijn tot 15 mei 2018 door te zetten, aangezien er nog andere handhavingstrajecten lopen.
De voorzieningenrechter heeft ook gelast dat het college aan [verzoeker] het door hem betaalde griffierecht van € 253,00 vergoedt. Dit besluit is genomen in het licht van de belangenafweging tussen [verzoeker] en het college, waarbij de voorzieningenrechter ook het beroep van [verzoeker] op het gelijkheidsbeginsel in overweging heeft genomen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige belangenafweging in bestuursrechtelijke procedures.