ECLI:NL:RVS:2018:1308
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Singelgrachtgarage Marnix
Op 19 april 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door Stichting De Groene Reael en [verzoeker B] tegen de raad van de gemeente Amsterdam, naar aanleiding van het besluit van 27 september 2017 waarin het bestemmingsplan "Singelgrachtgarage Marnix" werd vastgesteld. De verzoekers stelden dat de uitvoering van het bestemmingsplan, en met name de kap van bomen, niet mocht plaatsvinden voordat er een uitspraak in de bodemprocedure was gedaan.
Tijdens de zitting op 3 april 2018 werd het verzoek behandeld. De verzoekers, vertegenwoordigd door [verzoeker B] en bijgestaan door een gemachtigde, stelden dat zij een spoedeisend belang hadden bij het treffen van een voorlopige voorziening. De raad van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door verschillende ambtenaren, verklaarde echter dat de bouw van de parkeergarage niet voor 2019 zou beginnen en dat de kap van bomen pas aan het einde van de bouwfase, naar verwachting in het najaar van 2020, zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was en wees het verzoek af.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de verplaatsing van 10 bomen binnen het Frederik Hendrikplantsoen pas buiten het broedseizoen zou plaatsvinden, en dat de Afdeling voor het einde van het huidige broedseizoen uitspraak zou doen in de bodemprocedure. De voorzieningenrechter besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en wees het verzoek om voorlopige voorziening af.