ECLI:NL:RVS:2018:1026

Raad van State

Datum uitspraak
26 maart 2018
Publicatiedatum
27 maart 2018
Zaaknummer
201802470/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.J. van Eck
  • O. van Loon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen voorgenomen uitzetting van vreemdeling

Op 25 maart 2018 heeft de vreemdeling een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening om zijn voorgenomen uitzetting op 26 maart 2018 tegen te gaan. Dit verzoek volgde op eerdere uitspraken van de rechtbank en de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij eerdere verzoeken van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel en voorlopige voorzieningen waren afgewezen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de vreemdeling geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de rechtmatigheid van de voorgenomen uitzetting in twijfel trekken. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. J.J. van Eck, in tegenwoordigheid van griffier mr. O. van Loon, en is openbaar uitgesproken op 26 maart 2018.

Uitspraak

201802470/1/V2.
Datum uitspraak: 26 maart 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) van:
[de vreemdeling],
verzoeker.
Procesverloop
De vreemdeling heeft op 25 maart 2018 een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening om zijn voor 26 maart 2018 voorgenomen uitzetting tegen te gaan.
Overwegingen
1.    Bij uitspraak van 21 december 2017 in zaak nr. 17/11744 heeft de rechtbank het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 18 mei 2017, waarbij de staatssecretaris de aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, heeft afgewezen, ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 20 maart 2018 in zaken nrs. 201800242/1/V2 en 201800242/2/V2 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling deze uitspraak bevestigd en het verzoek van de vreemdeling tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Wat de vreemdeling in het onderhavige verzoek heeft aangevoerd, biedt geen grond om niet langer van de rechtmatigheid van de voorgenomen uitzetting uit te gaan.
2.    Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening moet worden afgewezen.
3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.J. van Eck, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, griffier.
w.g. Van Eck    w.g. Van Loon
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 maart 2018
837.