ECLI:NL:RVS:2017:982
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening inzake adoptieverzoek door staatssecretaris
Op 12 april 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van [verzoekster] om verkrijging van beginseltoestemming tot opneming ter adoptie van een buitenlands kind in Nederland, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 11 februari 2016 was afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar en een daaropvolgend beroep bij de rechtbank Noord-Nederland, heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 30 maart 2017, waar [verzoekster] werd bijgestaan door haar advocaten, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen, omdat een inhoudelijke beoordeling van de standpunten nader onderzoek vereist, wat niet past binnen de voorlopige voorzieningenprocedure. De voorzieningenrechter benadrukte dat het belang van duidelijkheid voor betrokken instanties en het belang van het kind zwaarwegend zijn in deze zaak. Hoewel het verzoek werd afgewezen, werd er wel een versnelling van de zitting in de bodemprocedure in het vooruitzicht gesteld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 april 2017.