ECLI:NL:RVS:2017:970

Raad van State

Datum uitspraak
4 april 2017
Publicatiedatum
7 april 2017
Zaaknummer
201602246/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van staatsraden in bestuursrechtelijke procedure

Op 4 april 2017 hebben verzoekers, bestaande uit [verzoeker A], [verzoeker B], [verzoeker C], [verzoeker D], [verzoeker E] en [verzoeker F], een wrakingsverzoek ingediend tegen de staatsraden mr. R. van der Spoel, mr. W. Sorgdrager en mr. H.G. Sevenster, die betrokken waren bij de behandeling van een bestuursrechtelijke zaak (zaaknummer 201602246/1/A1). De verzoekers voerden aan dat er een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond, omdat de staatsraden relevante stukken niet hadden opgevraagd en getuigen die door hen waren aangedragen niet hadden gehoord. Tijdens de openbare zitting op dezelfde dag werd het wrakingsverzoek behandeld, waarbij de verzoekers werden bijgestaan door hun advocaten mr. M. Wullink en mr. S.J.P. Kukolja. De staatsraden maakten geen gebruik van de gelegenheid om zich te verdedigen tegen het wrakingsverzoek.

De Afdeling heeft het verzoek om wraking afgewezen. In de overwegingen werd gesteld dat de beslissingen van de staatsraden over het opvragen van stukken en het horen van getuigen processuele beslissingen zijn, die niet ter beoordeling staan in een wrakingsprocedure. Het wrakingsinstrument is niet bedoeld als rechtsmiddel tegen dergelijke beslissingen, tenzij er sprake is van een flagrante schending van de goede procesorde of fundamentele rechtsbeginselen. De Afdeling concludeerde dat de weigering om bepaalde stukken op te vragen en het niet horen van getuigen geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid opleverde. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en de leden mr. A.W.M. Bijloos en mr. A.B.M. Hent, in aanwezigheid van griffier mr. M.V.T.K. Oei.

Uitspraak

201602246/2/A1.
Datum beslissing: 4 april 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:
[verzoeker A], [verzoeker B], [verzoeker C], [verzoeker D], [verzoeker E] en [verzoeker F] (hierna: [verzoeker] en anderen), allen wonend te [woonplaats],
verzoekers,
om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.
Procesverloop
Tijdens de openbare behandeling ter zitting van 4 april 2017 van zaak nr. 201602246/1/A1 hebben [verzoeker] en anderen verzocht om wraking van mr. R. van der Spoel, mr. W. Sorgdrager en mr. H.G. Sevenster (hierna: de staatsraden), als voorzitter onderscheidenlijk leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van zaak nr. 201602246/1/A1.
De staatsraden hebben niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 4 april 2017 ter openbare zitting behandeld, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [verzoeker A], bijgestaan door mr. M. Wullink en mr. S.J.P. Kukolja, beiden advocaat te Hengelo, zijn verschenen.
De staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.
Beslissing
Bij mondelinge beslissing van 4 april 2017 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Awb afgewezen.
Overweging
Daartoe heeft de Afdeling het volgende overwogen.
1.    Artikel 8:15 van de Awb luidt: 'Op verzoek van een partij kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.'
2.    [verzoeker] en anderen hebben aan hun verzoek ten grondslag gelegd dat er aanleiding is voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de staatsraden, omdat de staatsraden hebben nagelaten relevante stukken op te vragen en hebben geweigerd door [verzoeker] en anderen aangedragen getuigen te horen.
3.    De beslissingen over het opvragen van stukken en het horen van getuigen zijn processuele beslissingen. De vraag of deze beslissingen juist zijn, staat niet ter beoordeling in de wrakingsprocedure, omdat het instrument van wraking volgens vaste jurisprudentie niet is bedoeld om als rechtsmiddel tegen processuele beslissingen te worden aangewend. Zodanige beslissingen kunnen slechts leiden tot inwilliging van een wrakingsverzoek, indien sprake is van een flagrante schending van eisen van een goede procesorde of fundamentele rechtsbeginselen, die een eerlijk en onafhankelijk proces waarborgen, waarbij die schending aanleiding geeft voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid van de betrokken staatsraden. In dit geval geven de weigering bepaalde stukken op te vragen en het niet horen van getuigen geen blijk van een objectief gerechtvaardigde vrees als hiervoor bedoeld.
Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. A.B.M. Hent, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.V.T.K. Oei, griffier.
w.g. Troostwijk    w.g. Oei
voorzitter    griffier
670.