ECLI:NL:RVS:2017:961
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- R. van der Spoel
- G. van der Wiel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De staatssecretaris heeft op 5 januari 2017 besloten om de aanvraag af te wijzen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, die op 7 februari 2017 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L. Vellenga-van Nieuwkerk, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 5 april 2017 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak werd ingegaan op de procedurele aspecten van de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling stelde dat de rechtbank de uitspraak ten onrechte niet in het openbaar heeft uitgesproken voordat deze bekend werd gemaakt. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 8:78 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat de uitspraak pas in het openbaar werd uitgesproken op 7 februari 2017, terwijl deze al op 3 februari 2017 was bekendgemaakt.
De Afdeling verklaarde het hoger beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling deed vervolgens wat de rechtbank had moeten doen en verklaarde het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 5 januari 2017 alsnog ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 april 2017.