ECLI:NL:RVS:2017:935

Raad van State

Datum uitspraak
5 april 2017
Publicatiedatum
5 april 2017
Zaaknummer
201509244/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overbrenging van afvalstoffen van Nederland naar Denemarken onder de EVOA

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 5 april 2017 uitspraak gedaan over een beroep van [appellante] tegen een besluit van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Het betreft de toestemming die op 21 mei 2015 is verleend voor het overbrengen van afvalstoffen, specifiek 10.000 ton afvalolie, van Nederland naar Denemarken. De staatssecretaris verleende deze toestemming op basis van Verordening (EG) nr. 1013/2006, ook wel de EVOA genoemd.

De staatssecretaris had bij het verlenen van de toestemming de Bazelcode van de afvalstoffen gewijzigd van A3020 naar A4060, wat leidde tot een hogere financiële zekerheid voor de overbrenging. [Appellante] betoogde dat de staatssecretaris niet gerechtigd was om deze wijziging door te voeren en dat de afvalolie onder Bazelcode A3020 viel. De Afdeling heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris terecht de wijziging heeft doorgevoerd, omdat de samenstelling van de afvalolie, zoals vermeld in de kennisgeving, een percentage van 25% water kan bevatten, wat betekent dat Bazelcode A4060 van toepassing is.

De Afdeling verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste kwalificatie van afvalstoffen in het kader van de EVOA en de gevolgen van deze kwalificatie voor de financiële zekerheid bij overbrenging.

Uitspraak

201509244/1/A1.
Datum uitspraak: 5 april 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te [plaats],
en
de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 21 mei 2015 heeft de staatssecretaris op grond van Verordening (EG) nr. 1013/2006 (PB 2006, L 190; hierna: de EVOA) toestemming verleend voor het voornemen van [appellante] om afvalstoffen als omschreven in kennisgeving NL614225 over te brengen van Nederland naar Denemarken.
Bij besluit van 10 november 2015 heeft de staatssecretaris het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante] heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 november 2016, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J.C. Ozinga, advocaat te Den Haag, en door ir. H.P. IJntema en D.C.H. van Benschop, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. K. Ulmer en ing. C. van Os, zijn verschenen.
Overwegingen
1.    Kennisgeving NL614225 heeft betrekking op het overbrengen van in totaal 10.000 ton afvalolie met 50 transporten in de periode van 1 mei 2015 tot en met 30 april 2016. In de kennisgeving is vermeld dat de over te brengen afvalolie onder Bazelcode A3020 valt. Volgens de staatssecretaris is deze code onjuist en is op de over te brengen afvalolie Bazelcode A4060 van toepassing. De staatssecretaris heeft daarom bij het verlenen van toestemming voor de overbrenging eenzijdig de in de kennisgeving vermelde Bazelcode A3020 gewijzigd in Bazelcode A4060. Als gevolg van die wijziging moet [appellante] ingevolge de Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen een hogere financiële zekerheid stellen voor het overbrengen van de afvalolie.
2.    [appellante] heeft ter zitting haar beroepsgrond dat de staatssecretaris niet gerechtigd was eigenhandig de Bazelcode in de kennisgeving te wijzigen, ingetrokken.
3.    [appellante] betoogt dat de staatssecretaris er ten onrechte van uitgaat dat de over te brengen afvalolie niet onder Bazelcode A3020 valt. In dit verband voert [appellante] aan dat de afvalolie hoofdzakelijk olie van minerale oorsprong is als bedoeld in Bazelcode A3020 en gemiddeld slechts 2% water bevat, zodat volgens haar niet gesproken kan worden van een mengsel van olie en water waarop Bazelcode A4060 van toepassing is.
3.1.    In bijlage VIII van het Verdrag van Bazel is bij code A3020 als omschrijving opgenomen: "Afval van oliën van minerale oorsprong die niet geschikt zijn voor het gebruik waarvoor zij oorspronkelijk bestemd waren." Bij code A4060 is als omschrijving opgenomen: "Mengsels en emulsies van olie/water of koolwaterstoffen/water". De Bazelcodes zijn overgenomen in Bijlage V, Deel 1, Lijst A, van de EVOA. Bij code A3020 is daarbij als omschrijving opgenomen: "afgewerkte minerale oliën die ongeschikt zijn voor het oorspronkelijk bedoelde gebruik". Bij code A4060 is als omschrijving opgenomen: "afgewerkte olie/water- en koolwaterstof/watermengsels, emulsies".
3.2.    In bijlage 3 bij de kennisgeving is vermeld dat de samenstelling van de over te brengen afvalolie per individueel transport kan variëren en voor maximaal 25% kan bestaan uit water. Bij 25% water moet naar het oordeel van de Afdeling worden gesproken van een mengsel van olie en water, waarop niet Bazelcode A3020, maar Bazelcode A4060 van toepassing is. Reeds vanwege dit opgegeven percentage water heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat door [appellante] in de kennisgeving ten onrechte Bazelcode A3020 was vermeld. Voor zover [appellante] heeft gesteld dat een percentage van 25% water zich in de praktijk niet voordoet, overweegt de Afdeling dat dit niet overeenkomt met de eigen opgave van de samenstelling van de over te brengen afvalstoffen en dat de staatssecretaris in zoverre terecht is uitgegaan van de informatie in bijlage 3 bij de kennisgeving. Dat in die bijlage tevens is vermeld dat het percentage water in de over te brengen afvalolie gemiddeld ongeveer 2% bedraagt, is verder niet van belang. Daarbij overweegt de Afdeling dat kennisgeving NL614225 een algemene kennisgeving is als bedoeld in artikel 13 van de EVOA. Ingevolge het eerste lid, aanhef en onder a, van dat artikel kan de kennisgever een algemene kennisgeving voor verscheidene transporten indienen, indien bij elk transport de afvalstoffen in essentie soortgelijke fysische en chemische eigenschappen hebben. Nu is gekozen voor een algemene kennisgeving, diende de door [appellante] in de kennisgeving aan de over te brengen afvalstoffen gegeven kwalificatie als afvalolie waarop Bazelcode A3020 van toepassing is, voor alle in de kennisgeving voorziene transporten juist te zijn.
Het betoog faalt.
4.    Het beroep is ongegrond.
5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. A.B.M. Hent en mr. F.D. van Heijningen, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.P.J.M. van Grinsven, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen    w.g. Van Grinsven
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 april 2017
462-833.