ECLI:NL:RVS:2017:785
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- H. Troostwijk
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel en inreisverbod
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 27 januari 2017. De rechtbank had in die uitspraak het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris van 22 december 2016 vernietigd, waarbij de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was afgewezen. De staatssecretaris had de vreemdeling opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. T. Bruinsma, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven in het hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de staatssecretaris Algerije terecht heeft aangewezen als veilig land van herkomst. De vragen die in hoger beroep zijn opgeworpen over deze aanwijzing en de mogelijkheid om uitzonderingen te maken voor bepaalde groepen, zoals LHBT's, zijn eerder door de Afdeling beantwoord in uitspraken van 8 maart 2017 en 1 februari 2017. De informatie die in deze zaak is ingebracht, leidt niet tot een ander oordeel.
De Afdeling concludeert dat het hoger beroep kennelijk gegrond is en vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Aangezien er geen beroepsgronden meer zijn die bespreking behoeven, wordt het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 22 maart 2017 door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met mr. N. Verheij als voorzitter en mr. H. Troostwijk en mr. J.J. van Eck als leden.