ECLI:NL:RVS:2017:784
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- H. Troostwijk
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel en inreisverbod
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 27 januari 2017. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris om de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel af te wijzen, vernietigd. De staatssecretaris had de vreemdeling opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.M. Westerhuis, heeft in hoger beroep zijn standpunten toegelicht.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in deze uitspraak de vragen over de aanwijzing van Algerije als veilig land van herkomst behandeld. De Afdeling concludeert dat de staatssecretaris Algerije terecht als veilig land heeft aangewezen. De in deze zaak ingebrachte informatie leidde niet tot een ander oordeel. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep kennelijk gegrond is en vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Aangezien er geen beroepsgronden meer zijn die bespreking behoeven, wordt het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij als voorzitter, en mr. H. Troostwijk en mr. J.J. van Eck als leden, in aanwezigheid van mr. J. Willems als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 maart 2017.