ECLI:NL:RVS:2017:556
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schorsing van omgevingsvergunningen voor dakopbouw in Delfgauw
Op 9 februari 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoeker] verzocht om schorsing van de omgevingsvergunningen die op 26 juni 2014 door het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp waren verleend voor het plaatsen van een dakopbouw op woningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Delfgauw. Dit verzoek werd gedaan in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep dat [verzoeker] had ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 juli 2016, waarin de rechtbank de bezwaren van [verzoeker] tegen de omgevingsvergunningen had afgewezen.
Tijdens de openbare zitting op 9 februari 2017, waar de voorzieningenrechter mr. S.F.M. Wortmann de zaak behandelde, werd duidelijk dat de dakopbouw inmiddels was geplaatst. Hierdoor had [verzoeker] geen belang meer bij de schorsing van de omgevingsvergunningen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er voor inwilliging van het verzoek geen grond bestond en wees het verzoek af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van het belang bij een verzoek om voorlopige voorziening, dat in dit geval was komen te vervallen door de reeds uitgevoerde werkzaamheden.