ECLI:NL:RVS:2017:556

Raad van State

Datum uitspraak
9 februari 2017
Publicatiedatum
1 maart 2017
Zaaknummer
201606166/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schorsing van omgevingsvergunningen voor dakopbouw in Delfgauw

Op 9 februari 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoeker] verzocht om schorsing van de omgevingsvergunningen die op 26 juni 2014 door het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp waren verleend voor het plaatsen van een dakopbouw op woningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Delfgauw. Dit verzoek werd gedaan in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep dat [verzoeker] had ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 juli 2016, waarin de rechtbank de bezwaren van [verzoeker] tegen de omgevingsvergunningen had afgewezen.

Tijdens de openbare zitting op 9 februari 2017, waar de voorzieningenrechter mr. S.F.M. Wortmann de zaak behandelde, werd duidelijk dat de dakopbouw inmiddels was geplaatst. Hierdoor had [verzoeker] geen belang meer bij de schorsing van de omgevingsvergunningen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er voor inwilliging van het verzoek geen grond bestond en wees het verzoek af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van het belang bij een verzoek om voorlopige voorziening, dat in dit geval was komen te vervallen door de reeds uitgevoerde werkzaamheden.

Uitspraak

201606166/2/A1.
Datum uitspraak: 9 februari 2017 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van: [verzoeker], wonend te Delfgauw, gemeente Pijnacker-Nootdorp, tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) van 22 juli 2016 in zaak nr. 15/197 in het geding tussen onder meer: [verzoeker] en het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp. Openbare zitting gehouden op 9 februari 2017 om 11:30 uur. Tegenwoordig:
Staatsraad mr. S.F.M. Wortmann voorzieningenrechter griffier: mr. Y.C. Visser Verschenen:
[verzoeker] en [persoon];
het college, vertegenwoordigd door mr. R. van den Bosch en J.C. van Eeden;
[belanghebbende A] en [belanghebbende B];
[belanghebbende C] en [belanghebbende D]. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 22 juli 2016 van de rechtbank. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter
wijst het verzoek af. Daartoe overweegt hij het volgende. [verzoeker] heeft verzocht de bij besluiten van het college van 26 juni 2014 verleende omgevingsvergunningen voor het plaatsen van een dakopbouw op de woningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Delfgauw te schorsen in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep. Ter zitting is gebleken dat de dakopbouw inmiddels geplaatst is. [verzoeker] heeft daardoor geen belang meer bij schorsing van de omgevingsvergunningen. Voor inwilliging van het verzoek bestaat daarom geen grond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. w.g. Wortmann w.g. Visser
Voorzitter griffier 148.