ECLI:NL:RVS:2017:515
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Huisverbod opgelegd door burgemeester en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Raad van State op 21 februari 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het hoger beroep van [verzoeker] tegen een besluit van de burgemeester van Vlaardingen. Het beroep richt zich tegen het besluit van 14 februari 2017, waarbij aan [verzoeker] een huisverbod is opgelegd. Dit huisverbod volgde op een incident op 13 februari 2017, waarbij [verzoeker] en een vrouw betrokken waren. Uit de verklaringen van beide partijen blijkt dat er geweld is gebruikt, wat heeft geleid tot verwondingen bij de vrouw, waaronder een hersenschudding en een gekneusde rib. De rechtbank had eerder, op 16 februari 2017, in een mondelinge uitspraak het huisverbod in stand gelaten, en [verzoeker] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de openbare zitting op 21 februari 2017, waar de voorzitter Staatsraad mr. C.J. Borman en griffier mr. S. Langeveld-Mak aanwezig waren, is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. [Verzoeker] was vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. N. Roos, terwijl de burgemeester werd vertegenwoordigd door mr. D.H. van Zeben, vergezeld door een medewerker van Veilig Thuis. De voorzieningenrechter heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De gronden voor deze beslissing zijn onder andere dat [verzoeker] in het verleden al was veroordeeld wegens huiselijk geweld en dat hij na de oplegging van het huisverbod geen medewerking heeft verleend aan hulpverlening. De situatie in het gezin was zorgwekkend, en het Bureau Jeugdzorg heeft aangegeven dat een hulptraject noodzakelijk is. De voorzieningenrechter concludeert dat het huisverbod terecht is opgelegd en in stand is gehouden.