ECLI:NL:RVS:2017:509
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met inreisverbod
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 februari 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 21 juli 2016 was afgewezen. Tevens was er een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag had op 14 februari 2017 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zijn voorgenomen uitzetting op 25 februari 2017 om 14:05 uur achterwege blijft. Gezien de korte termijn en de belangen die in deze zaak spelen, heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorgenomen uitzetting te schorsen. Dit betekent echter niet dat de vreemdeling rechtmatig verblijf krijgt. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 495,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.