ECLI:NL:RVS:2017:505
Raad van State
- Hoger beroep
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en hoger beroep
Op 31 oktober 2016 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch. Op 8 december 2016 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.J.J. Bosma, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 21 februari 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep. In de overwegingen van de uitspraak werd gesteld dat de argumenten in het hogerberoepschrift niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak konden leiden. De aangevoerde punten voldeden niet aan de criteria die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoording behoefden. Daarom werd met het oordeel volstaan dat het hoger beroep kennelijk ongegrond was.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, waarbij mr. A.B.M. Hent als lid van de enkelvoudige kamer en mr. J.E. Engelhart als griffier aanwezig waren.