ECLI:NL:RVS:2017:45
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering verklaring omtrent gedrag (VOG) en hoger beroep tegen staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 11 januari 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [appellant] tegen de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Het hoger beroep volgde op de weigering van de staatssecretaris om aan [appellant] een verklaring omtrent het gedrag (VOG) af te geven, welke weigering plaatsvond op 24 september 2014. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar van [appellant] tegen deze weigering ongegrond op 16 december 2014. De rechtbank Gelderland heeft op 15 december 2015 het beroep van [appellant] tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 12 december 2016 heeft [appellant], bijgestaan door zijn advocaat mr. K.J.T.M. Hehenkamp, zijn standpunt toegelicht. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. V.N. Chaudron, en de burgemeester van Harderwijk werd vertegenwoordigd door mr. M.R. Kruisselbrink. [appellant] is exploitant van een coffeeshop in Harderwijk en had op 30 juli 2014 een VOG-aanvraag ingediend. Ondanks de afwijzing van de aanvraag heeft hij de coffeeshop voortgezet. De staatssecretaris heeft op 6 december 2016 een nieuwe VOG-aanvraag van [appellant] ingewilligd, maar [appellant] stelde dat hij belang had bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, omdat de burgemeester in de toekomst mogelijk een tegenwerping zou maken over het ontbreken van een VOG in 2014.
De Afdeling heeft geoordeeld dat er geen grond is voor het oordeel dat [appellant] nog belang heeft bij de beoordeling van het hoger beroep, aangezien de burgemeester heeft aangegeven geen tegenwerping te maken. Daarom is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.