In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het centraal stembureau van 3 februari 2017, waarbij de kandidatenlijst van de partij 'Lokaal in de Kamer' in kieskring 4 (Zwolle) ongeldig werd verklaard. De ongeldigverklaring was gebaseerd op het feit dat er niet voldoende geldige verklaringen van ondersteuning waren ingeleverd. De openbare zitting vond plaats op 10 februari 2017, waar de zaak werd behandeld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De appellante, 'Lokaal in de Kamer', vertegenwoordigd door J.H.W.F. Heijman, stelde dat het centraal stembureau ten onrechte had geconcludeerd dat er onvoldoende ondersteuningsverklaringen waren ingediend. Tijdens de zitting werd duidelijk dat Lokaal in de Kamer binnen de verzuimherstelperiode 32 geldige ondersteuningsverklaringen had ingediend. Het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. W.A.E. Brüheim, erkende dat de eerdere conclusie onjuist was en verzocht de Afdeling om het beroep gegrond te verklaren.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van het centraal stembureau vernietigd. De kandidatenlijst van Lokaal in de Kamer werd geldig verklaard, en de uitspraak trad in de plaats van het vernietigde gedeelte van het besluit. Daarnaast werd het centraal stembureau veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Lokaal in de Kamer, alsook het griffierecht dat door hen was betaald. Deze uitspraak benadrukt het belang van correcte procedures en de mogelijkheid voor partijen om verzuimen te herstellen binnen de gestelde termijnen.