ECLI:NL:RVS:2017:3597
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot veiligheidssituatie in Afghanistan
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 december 2017 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 4 januari 2017 was afgewezen. De vreemdeling had eerder beroep ingesteld tegen deze afwijzing, maar de rechtbank had dit beroep op 15 juni 2017 ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
In zijn verzoekschrift van 21 december 2017 heeft de vreemdeling aangevoerd dat de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan aanleiding geeft om zijn verzoek te heroverwegen. Echter, de Afdeling heeft vastgesteld dat de vreemdeling in het hoger beroep geen beroep heeft gedaan op deze veiligheidssituatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de argumenten in het verzoekschrift geen grond bieden om de rechtmatigheid van het eerdere besluit in twijfel te trekken. De vreemdeling kan, indien hij meent dat de huidige situatie in Afghanistan zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning rechtvaardigt, een nieuwe aanvraag indienen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 22 december 2017.