ECLI:NL:RVS:2017:333

Raad van State

Datum uitspraak
8 februari 2017
Publicatiedatum
8 februari 2017
Zaaknummer
201602669/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Actualisatieplan Heerhugowaard 2015 en geluidhinder

Op 8 februari 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellante, wonend te Heerhugowaard, en de raad van de gemeente Heerhugowaard. De zaak betreft het bestemmingsplan "Actualisatieplan Heerhugowaard 2015", dat op 23 februari 2016 door de raad is vastgesteld. Appellante heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij vreest voor een ernstige aantasting van haar woon- en leefklimaat door geluidhinder van de nabijgelegen Oosttangent. Appellante stelt dat het akoestisch onderzoek dat aan de reconstructie van de Oosttangent ten grondslag ligt ondeugdelijk is en dat er hogere geluidgrenswaarden vastgesteld hadden moeten worden.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op 17 november 2016, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door een gemachtigde en de raad door M. Waardenburg. De Afdeling heeft vastgesteld dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan beleidsruimte heeft en dat de betrokken belangen afgewogen moeten worden. De Afdeling beoordeelt of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht, maar stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.

De Afdeling concludeert dat de aanpassing van de Oosttangent al heeft plaatsgevonden en dat de noodzakelijke omgevingsvergunningen hiervoor zijn verleend. Deze besluiten zijn in rechte onaantastbaar geworden. De Afdeling oordeelt dat het beroep van appellante ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 februari 2017.

Uitspraak

201602669/2/R1.
Datum uitspraak: 8 februari 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Heerhugowaard,
en
de raad van de gemeente Heerhugowaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 23 februari 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Actualisatieplan Heerhugowaard 2015" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 november 2016, waar onder meer [appellante], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door M. Waardenburg, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
De Afdeling heeft de behandeling van het onderhavige beroep afgesplitst van zaak nr. 201602669/1/R1. De behandeling van de overige beroepen tegen het besluit van 23 februari 2016 wordt onder voormeld zaaknummer voortgezet.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
2. Het plan betreft een zogeheten parapluplan, waarin bestemmingsplannen voor het grondgebied van de gemeente bij wijze van een gedeeltelijke herziening worden geactualiseerd. De raad stelt een dergelijk plan, indien daartoe aanleiding bestaat, ieder jaar vast. Het plan betreft onder meer de herziening van het "Actualisatieplan 2014", vastgesteld door de raad bij besluit van 23 september 2014.
3. [appellante] woont op het perceel [locatie A]. Direct ten noorden van haar perceel is de Oosttangent gesitueerd. [appellante] beoogt met haar beroep op te komen tegen de aanpassing van de Oosttangent. Zij vreest voor een ernstige aantasting van haar woon- en leefklimaat, in het bijzonder voor geluidhinder. Volgens haar is het bestreden besluit in strijd met de Wet geluidhinder, nu het akoestisch onderzoek dat ten grondslag is gelegd aan de reconstructie van de Oosttangent ondeugdelijk is. Voor haar woning had een hogere geluidgrenswaarde vastgesteld dienen te worden, aldus [appellante].
4. Artikel 9 van de planregels luidt als volgt:
"De bestemming "Groen" zoals opgenomen in het bestemmingsplan "Actualisatieplan 2014" wordt als volgt gewijzigd:
9.1 Bestemmingsomschrijving
De verwijzing naar bestemmingsplan "Oosttangent" wordt gewijzigd in bestemmingsplan "Oosttangent tussen Rustenburgerweg en Beukenlaan".
9.2 Specifieke gebruiksregels
9.2.1 Strijdig gebruik
De verwijzing naar bestemmingsplan "Oostangent" in lid b wordt gewijzigd in bestemmingsplan "Oosttangent tussen Rustenburgerweg en Beukenlaan".
5. Artikel 4, lid, 4.1, van de planregels van het bestemmingsplan "Actualisatieplan 2014", luidt als volgt: "De bestemming "Groen" zoals opgenomen in het bestemmingsplan "Oosttangent" wordt als volgt gewijzigd […]".
Lid 4.3.1, aanhef en onder b, luidt als volgt: "Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het verharden van meer dan 15 procent van de gronden met de bestemming "Groen" ten behoeve van de onder d. en e. in de bestemmingsomschrijving "Groen" genoemde functies, zoals opgenomen in artikel 6.1. "Groen" van het bestemmingsplan "Oostangent"."
6. Voor de gronden van het tracé van de Oosttangent tussen de Beukenlaan en de rotonde ter hoogte van de Rustenburgerweg gold voorheen het bestemmingsplan "Oosttangent tussen Rustenburgerweg en Beukenlaan", vastgesteld door de raad bij besluit van 24 maart 2009. Met het "Actualisatieplan 2014" heeft de raad onder meer beoogd de planregeling, als vastgelegd in het bestemmingsplan "Oosttangent tussen Rustenburgerweg en Beukenlaan", voor de bestemming "Groen" te wijzigen. Zoals uit de hiervoor in 5 weergegeven planregels van het bestemmingsplan "Actualisatieplan 2014" blijkt, is het bestemmingsplan "Oosttangent tussen Rustenburg en Beukenlaan niet juist geciteerd nu werd verwezen naar een bestemmingsplan "Oosttangent" en "Oostangent". De raad heeft toegelicht dat dit abusievelijk is gebeurd en dat de weergegeven bepalingen van het "Actualisatieplan 2014" in zoverre berusten op een kennelijke verschrijving. De bestemmingsplannen "Oosttangent" en "Oostangent" bestaan ook niet: in beide hiervoor in 5 weergeven bepalingen had verwezen dienen te worden naar het bestemmingsplan "Oosttangent tussen Rustenburgerweg en Beukenlaan". Deze verschrijving heeft de raad hersteld in het in deze procedure aan de orde zijnde bestemmingsplan "Actualisatieplan Heerhugowaard 2015". In het bestemmingsplan "Actualisatieplan Heerhugowaard 2015" is verder niets gewijzigd ten aanzien van de planregeling voor de Oosttangent, inclusief de rotonde direct ten noorden van de woning van [appellante].
7. [appellante] heeft zich op het standpunt gesteld dat de hiervoor in 5 weergegeven bepalingen van het bestemmingsplan "Actualisatieplan Heerhugowaard 2014", nimmer rechtskracht hebben verkregen, omdat deze bepalingen verwijzen naar een niet bestaand bestemmingsplan (of niet bestaande bestemmingsplannen). Daarom leidt volgens haar (pas) het besluit van 23 februari 2016 tot een materiële wijziging van het bestemmingsplan "Oosttangent tussen Rustenburgerweg en Beukenlaan", zodat zij in het kader van deze procedure die wijzigingen kan bestrijden. De Afdeling volgt dit standpunt van [appellante] niet. Dat voormelde bepalingen een kennelijke verschrijving bevatten brengt niet mee dat het bestemmingsplan Actualisatieplan 2014 daarom in zoverre niet in werking is getreden. Tegen dit bestemmingsplan hebben rechtsmiddelen opengestaan en dit plan is onherroepelijk geworden, zodat de daarin opgenomen planregeling niet inhoudelijk aan de orde kan komen in het kader van deze procedure. Het betoog faalt.
8. De aanpassing van de Oosttangent, waartegen [appellante] feitelijk wenst op te komen, heeft reeds plaatsgevonden. De daartoe noodzakelijke omgevingsvergunning is verleend bij besluiten van 17 juli 2014 en 19 februari 2015. Deze besluiten zijn in rechte onaantastbaar geworden als gevolg van de uitspraak van de Afdeling van 29 april 2015 (ECLINL:RBNHO:2014:5267) op het hoger beroep van [appellante].
9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt en mr. G.T.J.M. Jurgens, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Milosavljević, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Milosavljević
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 februari 2017
739.