ECLI:NL:RVS:2017:3263
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- G.M.H. Hoogvliet
- E.A. Minderhoud
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek om afschrift van AIVD-rapportages
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 januari 2016. De rechtbank had het beroep van [appellant] gegrond verklaard en het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 juni 2015 vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Het verzoek van [appellant] betrof afschrift van driemaandelijkse rapportages van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) over de jaren 2000 tot en met 2002. De minister had dit verzoek gedeeltelijk afgewezen op 7 januari 2015.
Tijdens de zitting op 15 maart 2017 heeft de minister betoogd dat [appellant] misbruik maakt van zijn wettelijke bevoegdheid om informatieverzoeken in te dienen. De minister stelde dat [appellant] veelvuldig informatie opvraagt bij de AIVD en dat de AIVD deze verzoeken niet meer inhoudelijk behandelt sinds de rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van misbruik van (proces)recht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 13 september 2017, geoordeeld dat [appellant] de bevoegdheid om informatieverzoeken in te dienen voor andere doeleinden gebruikt dan waarvoor deze is verleend.
De Afdeling heeft in deze zaak geoordeeld dat het verzoek van [appellant] een vergelijkbare strekking heeft als de eerder genoemde verzoeken en dat er opnieuw sprake is van misbruik van de bevoegdheid om een Wiv-verzoek in te dienen. Daarom heeft de Afdeling besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 november 2017.