ECLI:NL:RVS:2017:3127

Raad van State

Datum uitspraak
15 november 2017
Publicatiedatum
15 november 2017
Zaaknummer
201604826/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openbaarmaking van gegevens over aanbesteding asbestsanering en renovatie Technische Universiteit Eindhoven

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 mei 2016. De zaak betreft de openbaarmaking van gegevens over de aanbesteding van de asbestsanering en renovatie van het Hoofdgebouw van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Het college van bestuur van de TU/e had op 16 september 2014 besloten om het verzoek tot openbaarmaking van deze gegevens af te wijzen. De appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een procedure bij de rechtbank.

Op 5 juli 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan, waarin het college werd opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Dit nieuwe besluit werd op 14 augustus 2017 genomen, waarbij het college het bezwaar van de appellant gegrond verklaarde en besloot om de eerder geweigerde documenten alsnog openbaar te maken.

De Afdeling heeft vervolgens bepaald dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten. In de overwegingen van de uitspraak werd vastgesteld dat de appellant zich kon verenigen met het nieuwe besluit van het college, waardoor er geen beroep van rechtswege ontstond. De Afdeling oordeelde dat het hoger beroep gegrond was en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Het college van bestuur van de TU/e werd verplicht om het door de appellant betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 november 2017.

Uitspraak

201604826/2/A3.
Datum uitspraak: 15 november 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 mei 2016 in zaak nr. 15/3276 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven.
Procesverloop
Op 5 juli 2017 heeft de Afdeling een tussenuitspraak gedaan. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Naar aanleiding van deze tussenuitspraak heeft het college bij besluit van 14 augustus 2017 een nieuw besluit op bezwaar genomen teneinde het besluit op bezwaar van 23 februari 2015 met inachtneming van de tussenuitspraak te herstellen. Het college heeft het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het college heeft besloten alsnog de in het besluit op bezwaar genoemde documenten, al dan niet gedeeltelijk, openbaar te maken.
[appellant] heeft een zienswijze ingediend.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.    [appellant] heeft in zijn zienswijze te kennen gegeven dat hij zich met het besluit van 14 augustus 2017 kan verenigen. Gelet hierop is geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, ontstaan waarop nog dient te worden beslist.
2.    Gelet op hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen is het hoger beroep gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 23 februari 2015 van het college alsnog gegrond verklaren. Dat besluit komt voor vernietiging in aanmerking.
3.    Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    verklaart het hoger beroep gegrond;
II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 mei 2016 in zaak nr. 15/3276;
III.    verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV.    vernietigt het besluit van het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven van 23 februari 2015, kenmerk CvB 2015/1558825;
V.    gelast dat het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven aan W. [appellant] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 418,00 (zegge: vierhonderdachttien euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. J.Th. Drop, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Rietberg, griffier.
w.g. Van Altena    w.g. Rietberg
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 november 2017
725.