ECLI:NL:RVS:2017:3069
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- C.H.M. van Altena
- D.A.C. Slump
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Kiesraad over raadgevend referendum inzake Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld tegen het besluit van de Kiesraad van 30 oktober 2017. Dit besluit betreft de toelating van een definitief verzoek tot het houden van een raadgevend referendum over de Wet van 26 juli 2017, die regels bevat met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en enkele andere wetten wijzigt. De mondelinge uitspraak vond plaats op 9 november 2017, waarbij de Staatsraad de zaak behandelde.
De appellant, die in de procedure werd vertegenwoordigd, stelde dat hij rechtstreeks en persoonlijk door het besluit van de Kiesraad was getroffen. Echter, de Raad van State oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat de appellant zich niet voldoende onderscheidde van een groot aantal andere kiesgerechtigden die door hetzelfde besluit in hun belangen werden geraakt. De Raad benadrukte dat volgens de Algemene wet bestuursrecht alleen belanghebbenden, gedefinieerd als degenen wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, beroep kunnen instellen.
De uitspraak van de Raad van State is van belang voor de interpretatie van de term 'belanghebbende' in het kader van de Kieswet en de Wet raadgevend referendum. De Raad concludeerde dat de appellant, ondanks zijn claim van schending van grondrechten, niet in een positie verkeerde die hem onderscheidde van de overige betrokkenen. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de appellant geen recht had om tegen het besluit van de Kiesraad in beroep te gaan.