ECLI:NL:RVS:2017:3062
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- G. van der Wiel
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake 24-uursopvang voor vreemdelingen in Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, waarin het beroep van de vreemdeling tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam ongegrond werd verklaard. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen de mededeling van het college dat hij niet in aanmerking kwam voor de 24-uursopvang in de Bed-, Bad- en Broodvoorziening (BBB-voorziening). De vreemdeling was eerder 24-uursopvang verleend in het kader van het Programma Vreemdelingen, maar het college had hem nu verwezen naar de 17-uursopvang, wat leidde tot het geschil.
De vreemdeling betoogde in zijn grieven dat de rechtbank niet had onderkend dat het college zich niet aan de vergewisplicht had gehouden door enkel af te gaan op een mondeling advies van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD). Hij stelde dat het college inconsistent had gehandeld, omdat hij eerder wel 24-uursopvang had gekregen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het hoger beroep gegrond was. De rechtbank had niet onderkend dat het advies van de GGD niet voldoende gemotiveerd was en dat het college zich niet had kunnen vergewissen van de zorgvuldigheid van dit advies.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het besluit van het college van 2 juni 2017 werd om die reden vernietigd. Het college werd opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de vreemdeling. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 1.485 werd vastgesteld. De uitspraak werd openbaar gedaan op 15 november 2017.