ECLI:NL:RVS:2017:2968

Raad van State

Datum uitspraak
1 november 2017
Publicatiedatum
1 november 2017
Zaaknummer
201606936/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake bestemmingsplan Recreatieterrein De Eilanden

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 1 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de raad van de gemeente Krimpenerwaard. De appellant had beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van 5 juli 2016, waarbij het bestemmingsplan 'Recreatieterrein De Eilanden' was vastgesteld. In een eerdere tussenuitspraak van 8 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:579, had de Afdeling de raad opgedragen om het vaststellingsbesluit te herstellen, omdat dit besluit in strijd was met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. De raad heeft vervolgens op 4 juli 2017 een gewijzigd besluit genomen, maar de appellant heeft hiertegen geen zienswijze ingediend.

De Afdeling heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het beroep van de appellant tegen het oorspronkelijke besluit gegrond is, en heeft dit besluit vernietigd voor zover het betreft artikel 4, lid 4.2, aanhef en onder b, van de planregels. Het beroep tegen het vervangingsbesluit is ongegrond verklaard, omdat de appellant geen bezwaren had ingediend. De raad is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellant, die zijn vastgesteld op € 990,00, en het griffierecht van € 168,00 moet aan de appellant worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 november 2017.

Uitspraak

201606936/2/R3.
Datum uitspraak: 1 november 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Krimpenerwaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 8 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:579, heeft de Afdeling de raad opgedragen het besluit van 5 juli 2016 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatieterrein De Eilanden" (hierna: het vaststellingsbesluit) te herstellen. De tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 4 juli 2017 heeft de raad het plan gewijzigd vastgesteld (hierna: het vervangingsbesluit).
De Afdeling heeft bepaald dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft.
Overwegingen
1.    In de tussenuitspraak is overwogen dat het vaststellingsbesluit, voor zover dat ziet op artikel 4, lid 4.2, aanhef en onder b, van de planregels, is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep van [appellant] tegen dit besluit is gegrond en dit besluit moet in zoverre worden vernietigd.
2.    Met het vervangingsbesluit heeft de raad beoogd gevolg te geven aan de opdracht in de tussenuitspraak om het gebrek in het vaststellingsbesluit te herstellen. [appellant] heeft naar aanleiding van het vervangingsbesluit geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellant] geen bezwaren heeft tegen dit besluit. Het daartegen van rechtswege ontstane beroep is ongegrond.
3.    De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    verklaart gegrond het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Krimpenerwaard van 5 juli 2016 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatieterrein De Eilanden";
II.    vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Krimpenerwaard van 5 juli 2016 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatieterrein De Eilanden" voor zover het betreft artikel 4, lid 4.2, aanhef en onder b, van de planregels;
III.    verklaart ongegrond het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Krimpenerwaard van 4 juli 2017 tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Recreatieterrein De Eilanden";
IV.    veroordeelt de raad van de gemeente Krimpenerwaard tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 990,00 (zegge: negenhonderdnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V.    gelast dat de raad van de gemeente Krimpenerwaard aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 168,00 (zegge: honderdachtenzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.R. Jacobs, griffier.
w.g. Uylenburg    w.g. Jacobs
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 1 november 2017
717.