ECLI:NL:RVS:2017:2722
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdelingen tegen uitzetting
Op 5 oktober 2017 hebben twee vreemdelingen, mede namens hun minderjarige kinderen, bij de rechtbank een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening om hun voorgenomen uitzetting op 9 oktober 2017 tegen te gaan. Dit verzoek werd door de griffier van de rechtbank doorgezonden naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De vreemdelingen hadden eerder, op 17 augustus 2017, een beroep ingesteld tegen besluiten van de staatssecretaris die hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden afgewezen. De rechtbank had deze beroepen ongegrond verklaard. Op 6 oktober 2017 bevestigde de voorzieningenrechter van de Afdeling deze uitspraak en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af.
In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd ingegaan op de argumenten van de vreemdelingen, waaronder de algehele veiligheidssituatie in Afghanistan en de positie van Sikhs. De voorzieningenrechter oordeelde dat deze argumenten geen aanleiding gaven om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de voorgenomen uitzetting. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. G. van der Wiel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.R. Fernandez, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 oktober 2017.