201608339/2/R6 en 201608341/2/R6.
Datum uitspraak: 27 september 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te Dedemsvaart, gemeente Hardenberg,
en
1. de raad van de gemeente Hardenberg,
2. het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg,
3. provinciale staten van Overijssel,
4. het college van gedeputeerde staten van Overijssel,
verweerders.
Openbare zitting gehouden op 27 september 2017 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. W.D.M. van Diepenbeek voorzitter
Staatsraad mr. J.C. Kranenburg rapporteur
Staatsraad mr. E.A. Minderhoud lid
griffier: mr. F.C. van Zuijlen
Verschenen:
[appellant], bijgestaan door mr. T. van der Weijde, rechtsbijstandverlener;
de raad en het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg, vertegenwoordigd door K. Pielman, bijgestaan door mr. ing. A.P.J. Timmermans, advocaat te Baexem;
provinciale staten en het college van gedeputeerde staten van Overijssel, vertegenwoordigd door E.C. Eggink LLM, bijgestaan door mr. S.P.M. Schaap, advocaat te Raalte;
derdebelanghebbenden: De Wieken B.V., vertegenwoordigd door drs. T. ten Klooster, ing. W.J. de Vries, ing. B.B. van Noort, ing. H. de Lange en ir. D.F. Oude Lansink, en Raedthuys Windenergie B.V., vertegenwoordigd door D.J. Matthijsse, ing. W.J. de Vries, mr. G.A. Leever, ir. D.F. Oude Lansink en A.P. Vermeulen.
Het beroep richt zich tegen de volgende vier besluiten:
- het besluit van de raad van de gemeente Hardenberg van 26 september 2016 waarbij het bestemmingsplan "Buitengebied Hardenberg, Windpark De Veenwieken" is vastgesteld;
- het besluit van provinciale staten van Overijssel van 28 september 2016 waarbij het inpassingsplan "Windpark De Veenwieken" is vastgesteld;
- het besluit van het college van burgmeester en wethouders van Hardenberg van 28 september 2016 waarbij een omgevingsvergunning is verleend voor de realisatie van zes windturbines, waarvan vier op grondgebied van de gemeente Hardenberg en twee op grondgebied van de gemeente Ommen;
- het besluit van het college van gedeputeerde staten van Overijssel van 28 september 2016 waarbij een omgevingsvergunning is verleend voor de realisatie van vier windturbines, waarvan drie op grondgebied van de gemeente Ommen en één op grondgebied van de gemeente Hardenberg.
De bestreden besluiten maken de realisatie van windpark De Veenwieken mogelijk. [appellant] woont op ruim 1800 meter van de as van de voor hem meest dichtbij gelegen windturbine behorende tot het windpark. Gelet op het open landschap zal [appellant] zicht hebben op het windpark. Dit enkele feit is echter niet voldoende voor het oordeel dat sprake is van een rechtstreeks bij de bestreden besluiten betrokken belang. Voor dat oordeel is vereist dat de voorziene windturbines een zodanige ruimtelijke uitstraling hebben dat zij van invloed zijn op het woon- en leefklimaat van [appellant]. Gelet op de maximale tiphoogte van 149,99 meter van de voorziene windturbines in verhouding tot de afstand tot de woning van [appellant], acht de Afdeling hinder als gevolg van geluid of slagschaduw dan wel externe veiligheidsrisico’s niet aan de orde. Het gevolg voor het uitzicht van [appellant] is naar het oordeel van de Afdeling te beperkt om op deze grond een beïnvloeding van het woon- en leefklimaat aanwezig te achten. Om deze redenen is de ruimtelijke uitstraling van de windturbines te beperkt om een rechtstreeks bij de bestreden besluiten betrokken belang van [appellant] te kunnen aannemen.
De conclusie is dat [appellant] geen belanghebbende is bij de bestreden besluiten en dat hij daartegen geen beroep kan instellen.
De Afdeling verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Van Zuijlen
voorzitter griffier 810.