ECLI:NL:RVS:2017:2500
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft een vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W.P.R. Pieters, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 31 mei 2017. De vreemdeling heeft het hoger beroep ingetrokken en verzocht om proceskostenveroordeling in het geval van intrekking van het hoger beroep, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft gereageerd op het verzoek van de vreemdeling.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat, ingevolge artikel 8:75a van de Awb, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval heeft de staatssecretaris de vreemdeling een document verleend waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, waardoor de vreemdeling tegemoet is gekomen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling als kennelijk gegrond beoordeeld en heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 495,00, alsook tot vergoeding van het griffierecht van € 250,00. De uitspraak is gedaan op 15 september 2017 door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier.