ECLI:NL:RVS:2017:2439
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Gelderland inzake voorlopige voorziening en proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [verzoeker] tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 19 januari 2017. De rechtbank had eerder een beslissing genomen in een geschil tussen [verzoeker] en het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De mondelinge uitspraak vond plaats op 8 september 2017.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst van 25 juli 2016 en het besluit van 11 januari 2016 geschorst. Dit betekent dat de besluiten tijdelijk niet van kracht zijn totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure. Daarnaast is het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker] tot een bedrag van € 990,00, en moet het college het griffierecht van € 250,00 aan [verzoeker] vergoeden.
De voorzieningenrechter overweegt dat het besluit van het college een onduidelijke beschrijving van de begunstigingstermijn bevatte, waardoor [verzoeker] er vanuit mocht gaan dat hij voldoende tijd had om aan de last te voldoen. Tevens is er in de belangenafweging geen dringende belangen gebleken die zich tegen een schorsing verzetten. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsbescherming van [verzoeker] en de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst zijn besluiten formuleert.