ECLI:NL:RVS:2017:2379
Raad van State
- Verschoning
- H.G. Lubberdink
- H. Troostwijk
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- E. Helder
- N.D.T. Pieters
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van staatsraad in bestuursrechtelijke zaak
In de zaak met nummer 201701376/2/A1, die op 6 september 2017 ter zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad H.G. Lubberdink op 4 september 2017 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek werd gedaan in het kader van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden. Staatsraad Lubberdink gaf aan dat het advocatenkantoor waar zijn zoon werkzaam is, één van de partijen in deze zaak vertegenwoordigt. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, verzocht hij om zijn verschoning.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de motivering van staatsraad Lubberdink gerechtvaardigd was. De Afdeling oordeelde dat het verzoek om verschoning moest worden toegewezen, gezien de omstandigheden die door Lubberdink waren aangevoerd. De beslissing werd genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak, waarbij mr. H. Troostwijk als voorzitter fungeerde, samen met de leden mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen en mr. E. Helder. De griffier, mr. N.D.T. Pieters, was ook aanwezig bij de vaststelling van deze beslissing. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 4 september 2017.