201606001/1/A2.
Datum uitspraak: 30 augustus 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Expert Soest B.V., gevestigd te Maarn, gemeente Utrechtse Heuvelrug,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 juni 2016 in zaak nr. 15/3330 in het geding tussen:
Expert Soest
en
het college van burgemeester en wethouders van Soest.
Procesverloop
Bij besluit van 6 november 2013 heeft het college een verzoek van Expert Soest om nadeelcompensatie afgewezen.
Bij besluit van 21 mei 2015 heeft het college het door Expert Soest daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 20 juni 2016 heeft de rechtbank het door Expert Soest daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Expert Soest hoger beroep ingesteld.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 juni 2017, waar Expert Soest, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en het college, vertegenwoordigd door C. Visser en de Stichting Advies Bureau Onroerende Zaken (SAOZ), vertegenwoordigd door mr. A.L.J.M. Boontjes, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. Expert Soest exploiteert een winkel in wit- en bruingoed, telecom en computers aan de Van Weedestraat 6, op de kruising met de Korte Melmweg en de Prins Bernhardlaan in het centrum van Soest. Tot oktober 2012 was de winkel gevestigd aan de Burgemeester Grothestraat 9 te Soest. Expert Soest stelt omzetschade te hebben geleden als gevolg van herinrichtingswerkzaamheden in de Van Weedestraat.
2. Ten tijde van de voor Expert Soest van belang zijnde werkzaamheden heeft het college bij verkeersbesluit van 13 maart 2013 tijdelijk eenrichtingsverkeer ingesteld op de Van Weedestraat en de Steenhofstraat. Ter ondersteuning van de tijdelijke eenrichtingsweg zijn door het tijdelijk plaatsen van de verkeersborden op, onder meer, de Korte Melmweg ter hoogte van de aansluitingen met de Van Weedestraat en de Steenhofstraat verplichte rijrichtingen ingesteld. Naast de herinrichtingswerkzaamheden hebben in de periode van 18 maart tot en met 19 juli 2013 riolering- en waterleidingwerkzaamheden in opdracht van de waterleiding beheerder Vitens in de Korte Melmweg plaatsgevonden.
Uitspraak van de rechtbank
3. De rechtbank heeft overwogen dat het college zich onder verwijzing naar het advies van de Stichting Advies Bureau Onroerende Zaken (SAOZ) van oktober 2014 terecht op het standpunt heeft gesteld dat voor Expert Soest voorzienbaar was dat de werkzaamheden in de Van Weedestraat zouden worden uitgevoerd, waardoor zij tijdelijk hinder zou ervaren als gevolg van de werkzaamheden. Uit het verkeersbesluit van 13 maart 2013 kan volgens de rechtbank worden afgeleid niet dat de Korte Melmweg als alternatieve route was aangewezen gedurende de werkzaamheden aan de Van Weedestraat. Dat de werkzaamheden van Vitens in de Korte Melmweg niet twee weken, maar twaalf weken hebben geduurd, is het gevolg van een gesprongen waterleiding en kan niet worden toegerekend aan het college, aldus de rechtbank.
Hoger beroep
4. Expert Soest betoogt allereerst dat de rechtbank heeft miskend dat het college het verzoek om nadeelcompensatie vanaf het begin af aan onjuist heeft behandeld en de afwijzing van het verzoek onvoldoende heeft onderbouwd.
4.1. Gelet op het bij brief van 8 mei 2013 ingediende verzoek om schadevergoeding, alsmede gelet op de daarop ter zitting bij de Afdeling door Expert Soest gegeven toelichting, moet het ervoor worden gehouden dat zij, voor zover hier van belang, aan haar verzoek ten grondslag heeft gelegd dat zij schade heeft geleden als gevolg van het door het college genomen verkeersbesluit van 13 maart 2013 waarbij tijdelijk eenrichtingsverkeer is ingesteld op de Van Weedestraat en de Steenhofstraat.
4.2. De rechtbank heeft terecht overwogen dat geen rechtsbeginsel zich ertegen verzet dat het college in het kader van de heroverweging op grondslag van het door Expert Soest gemaakte bezwaar de SAOZ heeft ingeschakeld. Dat de SAOZ voor het eerst in haar definitieve advies van oktober 2014 heeft opgenomen dat aan de werkzaamheden in de Van Weedestraat een verkeersbesluit ten grondslag lag, maakt niet dat het besluit van 21 mei 2015 reeds om die reden geen stand zou kunnen houden. Beide partijen zijn in gelegenheid gesteld te reageren op het conceptadvies en konden nadere informatie aandragen. Dat de rechtbank vervolgens nadere stukken heeft opgevraagd en ontvangen van het college en deze aan Expert Soest heeft gezonden, betekent evenmin dat het besluit van 21 mei 2015 onzorgvuldig tot stand is gekomen. Expert Soest is niet in haar belangen geschaad, nu zij op het advies van de SAOZ heeft kunnen reageren en in beroep in de gelegenheid is geweest aan te geven waarom aan haar geen risicoaanvaarding mag worden tegengeworpen.
5. Expert Soest bestrijdt niet het oordeel van de rechtbank dat zij voor de verhuizing op de hoogte was van de werkzaamheden in de Van Weedestraat en in zoverre het risico van omzetdaling als gevolg van de werkzaamheden heeft aanvaard. Zij betoogt dat zij in de periode van 18 maart 2013 tot en met 19 juli 2013 schade heeft geleden die niet voorzienbaar was doordat de winkel aan de Van Weedestraat twaalf weken in plaats van twee weken niet bereikbaar was voor klanten, leveranciers en transporteurs als gevolg van de riolering- en waterleidingwerkzaamheden van de waterleidingbeheerder in de Korte Melmweg. Ter ondersteuning van haar betoog dat zij er vanuit mocht gaan dat de Van Weedestraat via de Korte Melmweg bereikbaar zou zijn, wijst Expert Soest op het verkeersbesluit van 13 maart 2013 en op een aankondiging op de website van de gemeente op 15 maart 2013, waaruit blijkt dat er een omleidingsroute zou gelden van 18 maart tot en met 19 juli 2013.
5.1. Dit betoog treft geen doel. Zowel het verkeersbesluit van 13 maart 2013 als de aankondiging op de website van de gemeente dateren van na de verhuizing van de winkel naar de Van Weedestraat, zodat Expert Soest daaraan geen verwachtingen kon ontlenen ten tijde van de investeringsbeslissing. Voorts is er geen grond voor het oordeel dat in het verkeersbesluit van 13 maart 2013 de Korte Melmweg was aangewezen als een alternatieve route om de winkel van Expert Soest te bereiken. De Korte Melmweg is een straat die alleen toegankelijk is voor bestemmingsverkeer en fietsers. De Korte Melmweg mocht tijdelijk in twee richtingen worden ingereden om de bereikbaarheid van de wijk voor de bewoners tijdens de werkzaamheden te waarborgen.
5.2. Voor zover Expert Soest betoogt dat haar winkel door het uitlopen van de werkzaamheden in de Korte Melmweg, in samenhang met de werkzaamheden in de Van Weedestraat, nagenoeg onbereikbaar was gedurende een aanzienlijk langere tijd dan ten tijde van de beslissing om de winkel te verplaatsen naar de Van Weedestraat voor haar voorzienbaar was en dat de daarmee samenhangende extra schade gecompenseerd dient te worden, overweegt de Afdeling als volgt. De gestelde schade die verband houdt met het uitlopen van de werkzaamheden in de van Weedestraat staat niet in zodanig verband met het verkeersbesluit, dat deze schade het college, als een gevolg van het verkeersbesluit kan worden toegerekend en daarom voor nadeelcompensatie in aanmerking komt. Daarbij neemt de Afdeling, naast de aard van de aansprakelijkheid (aansprakelijkheid op grond van het beginsel van de gelijkheid voor de openbare lasten) en van de schade (zuivere vermogensschade in de vorm van winstderving), in aanmerking dat er een te ver verwijderd verband bestaat tussen het verkeersbesluit van 13 maart 2013 en de gestelde schade, nu dit verkeersbesluit geen betrekking had op de Korte Melmweg en de werkzaamheden in de Korte Melmweg niet werden verricht door of in opdracht van het college, maar, voor zover hier van belang, in opdracht van de waterleidingbeheerder en het uitlopen van de werkzaamheden verband hield met een gesprongen waterleiding.
6. De door Expert Soest gestelde deskundigenkosten gemaakt in het kader van de aanvraag om nadeelcompensatie komen niet voor vergoeding in aanmerking, nu het college terecht de aanvraag heeft afgewezen.
7. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient met verbetering van gronden te worden bevestigd.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. B.P.M. van Ravels en mr. E.A. Minderhoud, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.A.E. Planken, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Planken
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 augustus 2017
299.