ECLI:NL:RVS:2017:2045
Raad van State
- Hoger beroep
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen inreisverbod van vreemdeling door staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 21 februari 2017. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris, dat een inreisverbod tegen de vreemdeling inhield, vernietigd. De staatssecretaris had op 18 april 2016 het inreisverbod uitgevaardigd, waartegen de vreemdeling in beroep was gegaan. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak.
De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. V.M. Weski, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de rechtsvraag over het toetsingskader en het begrip 'gevaar voor de openbare orde' behandeld in eerdere uitspraken van 4 juli 2017. De Afdeling concludeert dat de grief van de staatssecretaris niet kan leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak.
Het hoger beroep is kennelijk ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De staatssecretaris wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 495,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. R. van der Spoel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A. van de Sluis, griffier, en is openbaar uitgesproken op 28 juli 2017.