ECLI:NL:RVS:2017:1611
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- W. van Eck
- A. van Loon
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tegen voorgenomen uitzetting van vreemdeling naar Iran
Op 19 juni 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoek om een voorlopige voorziening van een vreemdeling die bezwaar maakte tegen zijn voorgenomen uitzetting naar Teheran. De gemachtigde van de vreemdeling, mr. B. Manawi, heeft bezwaar gemaakt tegen de uitzetting, die gepland stond voor 17:40 uur op dezelfde dag. In haar verzoek stelde zij dat de uitzetting niet volgens de regels zou plaatsvinden, omdat er geen 'laisser passer' door de Iraanse autoriteiten was afgegeven. De gemachtigde wees op de risico's die de vreemdeling zou lopen bij terugkeer naar Iran, waaronder angst voor weigering door de Iraanse autoriteiten.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens contact opgenomen met de piketpleiter van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voor meer informatie. De IND bevestigde dat de uitzetting niet met een 'laisser passer' zou plaatsvinden, maar met een EU-staat in combinatie met een identiteitsdocument. Tevens werd vermeld dat zowel de vreemdeling als zijn gemachtigde op 15 en 16 juni 2017 op de hoogte waren gesteld van de voorgenomen uitzetting.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de vreemdeling bij terugkeer naar Iran te vrezen had voor vervolging of onmenselijke behandeling. Bovendien was het opmerkelijk dat de vreemdeling en zijn gemachtigde pas op de dag van de uitzetting bezwaar maakten, terwijl zij al eerder op de hoogte waren gesteld. Daarom werd het verzoek om de uitzetting te verbieden afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.