201609656/2/R2.
Datum uitspraak: 14 juni 2017
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker] en anderen, allen wonend te Zegveld, gemeente Woerden,
en
de raad van de gemeente Woerden,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 november 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Meije 300, Zegveld" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 juni 2017, waar [verzoeker] en anderen, bijgestaan door mr. Y.M.G. van den Heerik, advocaat te Zegveld, en de raad, vertegenwoordigd door mr. S. de Rijke, en ing. J. van Doorne, beiden werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door mr. H.J.M. Winkelhuijzen en mr. E. Braad, beiden advocaat te Woerden, zijn verschenen. Voorts is ter zitting gehoord Buitenplaats De Blauwe Meije en Free Heart B.V., vertegenwoordigd door R. de Boer, bijgestaan door mr. J.H. Hartman en H.J.M. Marcus.
Overwegingen
1. De Blauwe Meije is een galerie, kennis- en kunstcentrum aan de Meije 300. Dit adres omvat kort gezegd drie percelen die deels in de gemeente Nieuwkoop en deels in de gemeente Woerden zijn gelegen. Globaal gezien bevinden het riviertje achter het hoofdgebouw en de beeldentuin aan de overkant van dat riviertje zich op Nieuwkoops grondgebied. Het bestemmingsplan bevat een juridisch-planologisch kader voor de gronden op Woerdens grondgebied. De gronden in Nieuwkoop behoren niet tot het plangebied.
2. [verzoeker] en anderen zijn omwonenden. Zij hebben bezwaren tegen het plan dat in ruimere gebruiksmogelijkheden voor De Blauwe Meije voorziet. [verzoeker] en anderen klagen dat zij overlast ervaren van de exploitatie van de Blauwe Meije, terwijl zij aan de Meije zijn komen wonen omwille van de rust en de natuurbeleving die hoort bij wonen in het Groene Hart.
3. Het plan voorziet alleen in nieuwe gebruiksmogelijkheden en niet in nieuwe bouwmogelijkheden. [verzoeker] en anderen hebben in hun stuk van 5 april 2017 erkend dat zich in zoverre geen onomkeerbare gevolgen kunnen voordoen indien het bestemmingsplan niet wordt geschorst.
4. Het verzoek van [verzoeker] en anderen is uitsluitend gericht tegen de uitbreiding aan horeca-activiteiten die het plan ten opzichte van het voorheen geldende plan mogelijk maakt.
5. Zoals ter zitting besproken, stond het voorheen geldende bestemmingsplan reeds ondergeschikte horeca toe. Het thans voorliggende plan staat ondersteunende catering toe (het leveren van eten en drinken ter ondersteuning van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten). Verder staat het plan door middel van de aanduiding "horeca" een theesalon/lunchroom, proeflokaal en catering toe ter plaatse van twee terrassen (34 m² en 6 m²) en de hooimijt (72 m²).
6. Als deze nieuwe gebruiksmogelijkheden voor lichte horeca worden benut en het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in de bodemprocedure wordt vernietigd, kan dit gebruik worden gestaakt zonder dat feitelijk onomkeerbare gevolgen ontstaan voor [verzoeker] en anderen. In zoverre hebben zij geen spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
7. Voor zover [verzoeker] en anderen verder betogen dat niet is uitgesloten dat door het plan significante gevolgen zullen optreden voor het buiten het plangebied gelegen Natura 2000-gebied "Nieuwkoopse Plassen & De Haeck", overweegt de voorzieningenrechter als volgt. De conclusie in het rapport van Bureau Aandacht Natuur van 11 mei 2016 dat aan het plan ten grondslag is gelegd, is dat er als gevolg van het plan geen negatieve effecten zullen optreden voor het Natura 2000-gebied. Gelet hierop en nu [verzoeker] en anderen ter zitting niet met objectiveerbare gegevens hebben gestaafd dat het plan desondanks toch relevante gevolgen voor het Natura 2000-gebied zou kunnen hebben, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de raad er vanuit heeft mogen gaan dat significante negatieve effecten van het plan op het Natura 2000-gebied "Nieuwkoopse Plassen & De Haeck" zijn uitgesloten. Het betoog faalt.
8. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afwijzen.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. B.J. van Ettekoven, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.C. Zweistra-Immink, griffier.
w.g. Van Ettekoven w.g. Zweistra-Immink
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 juni 2017
813.