ECLI:NL:RVS:2017:1545
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 9 januari 2017 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Tevens werd geweigerd om ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, die op 4 mei 2017 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 juni 2017 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling verzocht om te bepalen dat zij niet zou worden uitgezet totdat op het hoger beroep was beslist, en dat zij gedurende deze periode opnieuw opvang en verstrekkingen zou ontvangen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet op voorhand aannemelijk was dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep in stand zou blijven. Daarom werd het verzoek van de vreemdeling toegewezen. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die op € 495,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 9 juni 2017.